REINIGING VAN DE VENTILATOR
9
Controleer of er zich in de ventilator en op de rotorbladen
geen stofresten hebben vastgezet, want hierdoor neemt de
luchttoevoer af, hetgeen vuile verbranding tot gevolg heeft.
9
Zorg er tijdens de onderhoudsingreep voor dat de ventilator
niet beschadigd raakt of de aansluiting onderbroken wordt.
Ga als volgt te werk
− draai de schroeven (1) los en neem de luchtafsluiter (2)
weg;
− draai de schroeven (3) los en verwijder de aanzuigmond
(4);
− reinig de ventilator en de binnenkant van de aanzuig-
mond met een geschikte borstel en perslucht.
− Voer voor herinstallatie de bovengenoemde aanwijzin-
gen in tegengestelde volgorde uit; plaats alle componen-
ten van de brander terug in hun oorspronkelijke positie.
3.7.2
Reiniging wisselaar
Voor eenvoudige toegang tot de interne componenten:
− verwijder het paneel aan de voorkant (1);
GITRÈ LN
1
3
1
4
2
GITRÈ B/100 LN
− demonteer de brander;
− verwijder de 2 bevestigingsmoeren (2) onder aan het
deurtje;
− verwijder de 2 bevestigingsmoeren (2) boven aan het
deurtje;
2
− trek aan het deurtje (3 en verwijder het;
− open het deurtje (3) en verwijder de turbulators in de
rookdoorvoer (indien voorzien);
− maak de binnenoppervlakken van de verbrandingska-
mer en de rookdoorvoer schoon met een ragerborstel (4)
of ander geschikt gereedschap;
4
3
− verwijder de losgekomen vuilresten.
Plaats de turbulators na het schoonmaken terug in de rook-
doorvoer en monteer de componenten weer in tegengestelde
volgorde.
Vervang de glasvezelpakking alvorens de sluiting van de rookka-
mer terug te plaatsen.
43
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD