Start de verwarmingsketel weer als aan alle voorwaarden vol-
daan werd en voer de analyse van de verbrandingsproducten
uit.
De opening voor rookanalyse moet aangebracht worden op het
rechte stuk van de afvoerleiding, op afstand (L) (raadpleeg de
Geldende Norm i.v.m. de operationele aanwijzingen) van de
uitlaat van het toestel.
9
Na voltooiing van de rookanalyse de opening weer afslui-
ten.
3.3.1
Controle circulatiepomp boiler
De circulatiepomp is bij het verlaten van de fabriek reeds inge-
steld op een max.opvoerhoogte van 7 meter. Gebruik de knop
(1) alleen om de verderop beschreven functie voor toetsvergren-
deling te activeren.
GEBRUIKERSINTERFACE
De gebruikersinterface bestaat uit een knop (1), een rode/groene
LED (2) en vier gele LEDS (3).
≥5°
1
2
3
BEDRIJFSMODUS
Weergave prestaties
Wanneer de circulatiepomp draait is LED nr. 1 groen; de vier gele
LEDS geven het onmiddellijke elektrische vermogensverbruik
aan zoals weergegeven in de tabel.
Weergave
LED nr. 1 is groen en knippert
LED nr. 1 is groen, LED nr. 2 is geel
en beide branden
LED nr. 1 is groen, LEDS nr. 2, 3
zijn geel en ze branden allemaal
LED nr. 1 is groen, LEDS nr. 2, 3, 4
zijn geel en ze branden allemaal
LED nr. 1 is groen, LEDS nr. 2,
3, 4, 5 zijn geel en ze branden
allemaal
De circulatiepomp werkt met vaste snelheid.
Weergave alarmen
Wanneer de pomp een of meerdere alarmen heeft waargeno-
men is LED nr. 1 niet meer groen, maar rood. Wanneer er een
alarm is opgetreden geven de LEDS het soort alarm aan volgens
de verklaring van onderstaande tabel. Treden er meerdere alar-
men tegelijk op, dan geven de LEDS alleen de fout aan met de
hoogste prioriteit. De prioriteit wordt bepaald door de volgorde
van de tabel.
Is er geen alarm meer actief, dan wordt op de gebruikersinter-
face de bedrijfsstatus weer weergeven.
Weergave
Aanduiding
LED nr. 1 is
rood, LED nr. 5
Blokkade van
is geel en bei-
de rotor
de branden
LED nr. 1 is
rood, LED nr. 4
Voedingsspanning
is geel en bei-
te laag
de branden
LED nr. 1 is
rood, LED nr. 3
Fout elektro-
is geel en bei-
nische sturing
de branden
Functie toetsvergrendeling/-ontgrendeling
Deze vergrendelfunctie voorkomt dat de instellingen per onge-
luk gewijzigd worden en dat er verkeerd gebruik van de inter-
face wordt gemaakt.
Wanneer de toetsvergrendeling actief is heeft indrukken van de
knop geen effect. Hiermee wordt voorkomen dat de gebruiker
onverhoeds toetreedt tot "wijzigen van de instellingen"; hij ziet
namelijk alleen de "weergave van de instellingen".
Om de vergrendelfunctie te activeren / deactiveren moet de
toetsvergrendeling minimaal 10 seconden ingedrukt worden.
Alle LEDS, behalve de rode LED, knipperen dan een seconde,
hetgeen betekent dat de vergrendelfunctie is overgeschakeld.
31
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
Aanduiding
% werking
Stand-by
0
Geringe
0-25
belasting
Belasting
25-50
middellaag
Belasting
50-75
middelhoog
Belasting
75-100
hoog
Ingreep
Handeling
Automatische
Wacht of
poging tot
controleer de
extra start om
rotatie van
de anderhal-
de as
ve seconde
Alleen sig-
nalering. De
Controleer de voe-
pomp blijft
dingsspanning
werken
De pomp wordt
gestopt omdat de
voedingsspan-
Controleer de voe-
ning te laag is
dingsspanning of
of vanwege een
vervang de pomp
fout in de interne
elektronica