inSTALLATie
Montage
XD03
SL
Snelontluchting (optioneel) : Aansluitklem SL is een ingang
(230 V) om de ventilatie met een druk op de knop te acti-
veren.
FA
Venster open (optioneel) : De aansluitklem FA is een uit-
gang (230 V) waarmee bij passieve koeling bijv. een auto-
matisch geregeld venster aangestuurd kan worden.
5.7.5 Spertijd
XD03-EVU : Sluit het signaal van de timer van de energiemaat-
schappij aan (zie het hoofdstuk „Ingebruikname / Spertijd").
5.7.6 Externe pompen ( PWM )
Info
De stroomvoorziening van de externe pompen loopt niet
door het toestel.
XD04
Aansluitklemmen extern ( V eiligheidslaagspanning )
UP HK2
Regelingsaansluiting voor de pomp van het 2e verwar-
mingscircuit (aansturing met 0-10 V of PWM-signaal)
UP SOL
zonder functie
5.7.7
Sensoren aansluiten
De in het toestel ingebouwde sensoren, de meegeleverde sensoren
en de buitensensor zijn PTC-sensoren alsmede PT 1000-sensoren.
XD04 Aansluitklemmen extern ( V eiligheidslaagspanning )
TA
Buitentemperatuursensor
TV
Aanvoertemperatuursensor mengcircuit
TR
Kamertemperatuursensor
TS
zonder functie
TX
zonder functie
TD
Boilertemperatuursensor (KTY)
www.stiebel-eltron.com
Boilertemperatuursensor
Wanneer de boilertemperatuursensor in het bovenste boilerge-
deelte en boven de warmtewisselaar zit, wordt in het bovenste
boilergedeelte water met de gewenste warmwatertemperatuur
beschikbaar gesteld. Wanneer de parameter „Warm water-buf-
ferwerking" geactiveerd is, wordt de resterende boilerinhoud als
verwarmingsbuffer gebruikt en heeft deze een temperatuur die
overeenkomt met de verwarmingsaanvoertemperatuur. Wanneer
de boilertemperatuursensor in het onderste boilergedeelte zit,
wordt de volledige boilerinhoud op de gewenste warmwatertem-
peratuur gehouden. Hoe hoger de boilertemperatuursensor in de
boiler is geplaatst, des te energiebesparender het toestel werkt.
f Steek de boilertemperatuursensor in een sensorhuls in de
f
boiler. Let erop dat de boilertemperatuursensor op de juiste
manier gemonteerd is.
f XD04-TD: Sluit de temperatuursensor aan.
f
Buitentemperatuursensor AFS 2
De buitentemperatuursensor moet onbeschermd blootgesteld aan
de weersinvloeden geplaatst worden. Hij mag niet boven ramen,
deuren en licht- of luchtschachten gemonteerd worden en mag
niet aan direct zonlicht blootgesteld worden. Plaats de buiten-
temperatuursensor op een noord- of noordoostmuur achter een
verwarmde ruimte.
Monteer de buitentemperatuursensor niet in de buurt van de
opening voor de afgezogen lucht of van andere, mogelijk beïn-
vloedende factoren (bijv. opening voor afgezogen lucht van een
wasdroger).
De minimumafstand tot de grond moet 2,5 m zijn, de zijdelingse
afstand van ramen en deuren moet 1 m zijn.
f Trek het deksel van de sensorbehuizing eraf.
f
f Monteer de sensorbehuizing met de meegeleverde schroef
f
op de muur.
f Leid de sensorkabel door een kabeldoorvoer in de achter-
f
wand van de functionele module.
f XD04-TA : Sluit de sensorkabel aan.
f
f Sluit de sensorkabel aan op de buitensensor.
f
f Plaats het deksel op de sensorbehuizing zodat dit hoorbaar
f
vergrendelt.
Kamertemperatuursensor
Wanneer dit in de installatieconfiguratie voorzien is, installeert
u de sensor zoals beschreven in de installatiehandleiding van de
sensor.
f Leid de sensorkabel door een kabeldoorvoer in de achter-
f
wand van de functionele module.
f XD04-TR : Sluit de kamertemperatuursensor aan.
f
LWZ 5 S Trend / LWZ 8 S Trend |
17