inSTALLATie
Montage
f Schakel het toestel in en stel op het bedieningspaneel de
f
weergave van de installatiedruk in (parameter „DRUK VERW.
CIRCUIT").
f Vul de installatie.
f
f Sluit na het vullen de aansluiting „Aftapping".
f
f Draai de sluitdop op de aansluiting „Aftapping".
f
Het is mogelijk om de waterdruk in het verwarmingscircuit op
het bedieningspaneel af te lezen aan de waarde „DRUK VERW.
CIRCUIT".
f Wijs de waarde „DRUK VERW.CIRCUIT" toe aan een van de
f
drie favorieten. Navigeer daarvoor vanuit de startweergave
naar de menuoptie „FAVORIETEN".
Info
Ga bij het vullen voorzichtig te werk omdat de waarde
"DRUK VERW.CIRCUIT" slechts per 10 seconden geactuali-
seerd wordt. Als u de waarde niet aan een van uw favo-
rieten toegewezen hebt, maar met de menuoptie "INFO"
oproept, wordt de waarde slechts om de 60 seconden
geactualiseerd.
Info
Lucht in de installatie reduceert de goede werking van
het toestel.
f Ontlucht het leidingsysteem zorgvuldig.
f
Handontluchting
1
1 Handontluchting
f Ontlucht het buizenstelsel door de ontluchting te bedienen.
f
f Sluit het ontluchtingsventiel na het ontluchten.
f
5.6
Condensaatafvoer en overdrukklep
f Controleer de plaats van de condensaatpomp in het toestel.
f
De condensaatpomp moet volledig op de vloer liggen.
f Sluit een condensaatleiding aan op de condensaatafvoer.
f
Materiële schade
!
Om een foutloze afvoer van het condenswater te garan-
deren, mag de condensaatleiding niet afgekneld worden.
Plaats eventueel een lus.
f Leg de condensaatleiding met voldoende verval.
f
www.stiebel-eltron.com
1 Veiligheidsventiel afvoer
2 Condensaatafvoer
Het condenswater moet naar een afvoer dicht bij de vloer geleid
worden. Let erop dat de afvoer voldoende ventilatie heeft, bijvoor-
beeld een vrije uitloop in een sifon. Gebruik een condensaatpomp
als het verval onvoldoende is.
Afvoer van de overdrukklep
Aan de linkerzijde van het toestel wordt via de aansluiting „Veilig-
heidsklep afvoer" de afvoerslang van de overdrukklep naar buiten
gevoerd. Let erop dat uitlopend water vrij kan weglopen.
5.7
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING elektrische schok
Alleen een installateur mag in overeenstemming met
deze handleiding aansluitingen op het stroomnet ver-
zorgen. Voer alle aansluitingen en montagewerken
betreffende het stroomnet uit conform de nationale en
regionale voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Schakel het toestel voor aanvang van werkzaamheden
spanningsvrij via de schakelkast.
WAARSCHUWING elektrische schok
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aanslui-
ting toegestaan. Het toestel moet op alle polen met een
afstand van minstens 3 mm van het stroomnet kunnen
worden losgekoppeld. Aan deze vereiste wordt voldaan
met contactgevers, vermogensschakelaars, zekeringen,
enz.
WAARSCHUWING elektrische schok
Aan de laagspanningsaansluitingen van het toestel
mogen alleen componenten aangesloten worden die met
veiligheidslaagspanning (SELV) werken en een veilige
scheiding ten opzichte van de netspanning verzekeren.
Wanneer andere componenten worden aangesloten,
kunnen delen van het toestel en aangesloten compo-
nenten onder netspanning staan.
f Gebruik uitsluitend door ons toegelaten componen-
f
ten.
Materiële schade
!
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning. Houd rekening met de specificaties op het
typeplaatje.
LWZ 5 S Trend / LWZ 8 S Trend |
1
2
15