Aansluiting Van De Verwarmingswateraanvoer - Stiebel Eltron LWZ 8 S Trend Installatiehandleiding
Met warmteterugwinning
Verberg thumbnails
Zie ook voor LWZ 8 S Trend:
- Bedieningshandleiding (28 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (24 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
inSTALLATie
Montage
5.3
Aansluiting van de verwarmingswateraanvoer
De verwarmingsinstallatie moet door een installateur worden
aangesloten in overeenstemming met de installatieschema's voor
water in de bouwplannen. Voor de aansluiting van de aanvoer- en
retourleidingen kunnen de koppelingen gebruikt worden die zijn
meegeleverd, samen met kogelkranen.
Info
In het toestel is geen drukexpansievat ingebouwd.
f Installeer een drukexpansievat in de CV retour.
f
Als u het drukexpansievat in de CV aanvoer installeert,
kan bij installaties zonder hydraulische scheiding (zonder
buffer of open verdeler) het expansievolume van het ver-
warmingswater tijdens de drinkwateropwarming worden
afgesloten. Dit kan ertoe leiden dat het veiligheidsventiel
wordt geactiveerd.
Info
Ontbraam de buisuiteinden.
Voor de retourleiding wordt een filterkogelkraan meegeleverd.
Voor de montage van een kogelkraan worden twee wartels en
twee korte, gekraalde koperen buiseindstukken geleverd.
f Plaats een ontluchtingsventiel op de juiste positie, op het
f
hoogste punt van de verwarmingsinstallatie.
f Spoel het leidingsysteem grondig door voordat u het toestel
f
aansluit. Oneigenlijke voorwerpen, zoals laskorrels, roest,
zand, dichtingsmateriaal, enz., beïnvloeden de bedrijfszeker-
heid van het toestel en kunnen leiden tot verstoppingen in de
condensor.
f Verwijder de beschermkappen van de aansluitingen „Ver-
f
warming aanvoer" en „Verwarming retour".
Kogelkranen (schematische weergave)
3
4
3
2
1
1 Aansluiting „Verwarming retour"
2 Koppeling
3 Gekraalde buis
4 Filterkogelkraan
5 Aansluiting „Verwarming aanvoer"
6 Kogelkraan
f Installeer de meegeleverde filterkogelkraan in de retourlei-
f
ding van het verwarmingscircuit.
f Installeer de meegeleverde kogelkraan in de aanvoerleiding
f
van het verwarmingscircuit.
Beide kogelkranen dienen zo dicht mogelijk bij het toestel en zo
toegankelijk mogelijk geplaatst te worden.
www.stiebel-eltron.com
Isolatie
f Voer de isolatie uit overeenkomstig de geldende
f
voorschriften.
Watereigenschappen
Voordat de installatie gevuld wordt, moet er een analyse van het
vulwater voorhanden zijn. Deze kan bijvoorbeeld opgevraagd wor-
den bij de bevoegde waterdistributiemaatschappij.
Om schade door steenvorming te voorkomen, moet het vulwater
eventueel voorbehandeld worden (ontharding of ontzouting). De
in het hoofdstuk „Technische gegevens / Gegevenstabel" vermel-
de grenswaarden voor het vulwater moeten absoluut nageleefd
worden.
f Controleer deze grenswaarden 8-12 weken na de ingebruik-
f
name en tijdens het jaarlijkse onderhoud van de installatie.
Info
Bij een geleidbaarheid van > 1000 µS/cm is waterbehan-
deling door ontzouting het meest geschikt om corrosie
te vermijden.
Info
Wanneer u het vulwater behandelt met inhibitoren of
additieven, gelden dezelfde grenswaarden als bij ont-
zouting.
Info
Geschikte toestellen voor ontharden en voor het vullen
en spoelen van verwarmingsinstallaties zijn in de handel
verkrijgbaar.
Minimaal debiet
Het toestel is zo ontworpen dat voor de hydraulische ontkoppeling
van de debieten in het warmtepompcircuit en in het verwarmings-
3
circuit in combinatie met oppervlakteverwarmingssystemen geen
6
bufferreservoir nodig is. Bij gebruik van verschillende verwar-
mingscircuits adviseren wij een open verdeler te gebruiken.
3
2
Info
Het minimumdebiet moet voor een goede werking van de
5
warmtepomp aangehouden worden bij elke bedrijfsstand
van de warmtepomp (zie het hoofdstuk "Ingebruikname /
Ingebruikname"). Om dit te bereiken, zijn er de volgende
mogelijkheden:
f Installeer in een referentieruimte een afstandsbe-
f Installeer een open verdeler of een buffervat.
De referentieruimte is de ruimte waar de afstandsbediening ge-
installeerd is, bij voorkeur de woon- of badkamer. De regeling
van de referentieruimte kan met een extern bedieningspaneel
gebeuren of indirect door aanpassing van de verwarmingscurve.
Zie het hoofdstuk „Bediening / HOOFDMENU / INSTELLINGEN /
VERWARMEN" in de bedieningshandleiding.
Als er een vloerverwarmingsthermostaat ingebouwd wordt, moet
het verschil tot de maximale nominale verwarmingscircuittem-
peratuur voldoende groot zijn (ten minste 20 K). De elektrische
aansluiting van de vloerverwarmingsthermostaat wordt toegelicht
in het hoofdstuk „Technische gegevens / Aansluitvoorbeelden".
f
diening en open dit verwarmingscircuit volledig.
f
LWZ 5 S Trend / LWZ 8 S Trend |
13
Advertenties
Inhoudsopgave
