Figuur 59
1. Achterste bevestigingspunt
Werking van het
diagnoselampje
De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat
aangeeft dat het elektronische besturingssysteem
een storing gevonden heeft. Het diagnoselampje
bevindt zich op het InfoCenter, boven het display
(Figuur
60). Als de machine naar behoren werkt
en het contactsleuteltje naar de stand A
wordt gedraaid, zal het diagnoselampje kort branden
om te tonen dat het werkt. Als een machinestoring
wordt weergegeven, gaat het lampje branden als
er een mededeling is. Als een foutmelding wordt
weergegeven, knippert het lampje tot de storing is
opgelost.
Figuur 60
1. Diagnoselampje
De interlockschakelaars
controleren
De interlockschakelaars zijn bedoeld om aanslaan
of starten van de motor alleen mogelijk te maken
als het tractiepedaal in de
activerings-/blokkeringsschakelaar op B
gezet en de maai-/hefhendel in de
staat. Daarnaast wordt de motor uitgeschakeld als het
tractiepedaal wordt ingetrapt terwijl de bestuurder niet
op de stoel zit of de parkeerrem in werking is gesteld.
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
g004555
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
Werking van de interlockschake-
laar controleren
1.
/
AN
LOPEN
2.
3.
4.
5.
g021272
Opmerking:
solenoïdes of relais van de outputs zijn ingeschakeld.
Dit is een snelle manier om vast stellen of het om een
storing in het elektrische of het hydraulische systeem
van de machine gaat.
44
NEUTRAALSTAND
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekken neer, zet de motor af en stel de
parkeerrem in werking.
Draai het contactsleuteltje op A
de motor niet.
Zoek de juiste schakelaarfunctie in het
diagnostisch systeem van het InfoCenter.
Zet de schakelaars een voor een van open naar
gesloten (d.w.z. ga op de stoel zitten, druk het
tractiepedaal in, enz.) en controleer of de status
van de schakelaar verandert.
Opmerking:
Herhaal deze procedure bij elke
schakelaar die met de hand van de open in de
gesloten stand kan worden gezet.
Als de schakelaar wordt gesloten zonder dat de
bijbehorende indicator verandert, moet u alle
kabels en aansluitingen naar de schakelaar
controleren en/of de schakelaar doormeten met
een weerstandsmeter.
Opmerking:
Vervang beschadigde
schakelaars en repareer kapotte kabels.
Het InfoCenter kan ook nagaan welke
is, de
is
LOKKEREN
NEUTRAALSTAND
, maar start
AN