4 Monteren
Instromend medium
20
Afstand d
2°
(m)
35
1,2
40
1,4
45
1,6
50
1,7
55
1,9
60
2,1
65
2,3
70
2,4
Voorbeeld:
Bij een 20 m hoge silo ligt de inbouwpositie van de sensor 1,4 m uit
het midden van de silo.
Uit de tabel kan de benodigde hellingshoek van 4° worden afgelezen.
Voor het instellen van de hellingshoek met de zwenkflens gaat u als
volgt te werk:
1. Klemschroef aan de zwenkflens met een steeksleutel SW 13
losdraaien
2. Sensor uitrichten, hellingshoek controleren
Informatie:
De max. hellingshoek van de zwenkflens is 15°
3. Klemschroef weer aandraaien, aandraaimoment max. 15 Nm.
Informatie:
De inbusbouten mogen niet worden losgemaakt.
De montage mag niet te dicht bij de vulstroom worden uitgevoerd,
omdat hierdoor het microgolfsignaal kan worden gestoord. De opti-
male montagepositie is aan de tegenoverliggende zijde van de vul-
stroom. Om sterke vervuiling te voorkomen, moet de afstand tussen
een filter of stofafzuiging zo groot mogelijk worden gekozen.
4°
6°
2,4
3,7
2,8
4,2
3,1
4,7
3,5
5,3
3,8
5,8
4,2
6,3
4,5
6,8
4,9
7,4
VEGAPULS 68 • Foundation Fieldbus
8°
10°
4,9
6,2
5,6
7,1
6,3
7,9
7
8,8
7,7
9,7
8,4
10,6
9,1
11,5
9,8
12,3