12 Bedrijfsstoringen
Probleem
Mogelijke oorzaken
F25
De kwaliteit van het voedingswater is heel slecht (geleidbaarheid ≥ 65 µS/cm).
Bij gebruik van de interne opslagtank:
Er werd water van een ontoereikende kwali-
teit, bijv. leidingwater, gebruikt.
Bij gebruik van een waterbehandelingsinstallatie van MELAG:
MELAdem 40:
De mengbedharspatroon is opgebruikt.
MELAdem 47/53:
De mengbedharspatroon, het voor- of actie-
ve koolfilter is opgebruikt.
F28
De spanning van de batterij in het apparaat
is te laag.
F29
Gegevensverlies in apparaatintern geheu-
gen. De apparaatinterne batterij heeft een te
lage spanning.
F31
In de vacuümtest werd de toegelaten maxi-
male druk na het bereiken van de evacuatie-
druk overschreden (groot lek).
De sterilisatiekamer is te warm of te vochtig.
De deurafdichting en/of het kamerafdichtvlak
is verontreinigd of de deurafdichting is de-
fect.
De deurafdichting werd niet correct ge-
plaatst.
F32
De autoclaaf werd tijdens een lopend pro-
gramma aan de hoofdschakelaar uitgescha-
keld.
De voedingsstekker werd uitgetrokken of zit
niet correct in het stopcontact.
Stroomuitval in de gebouwvoorziening.
58
Wat kunt u doen?
Laat de kant van het voedingswater leeglopen, maak deze
schoon en vul die met water van een bijbehorende goede
kwaliteit (EN 13060, bijlage C).
MELAdem 40/53/53 C:
Vervang de mengbedharspatroon van de MELAdem 40 in
overeenstemming met het bijbehorende gebruikershand-
boek.
MELAdem 47:
Vervang de mengbedharspatronen en evt. het voor- en ac-
tieve koolfilter van de MELAdem 47 in overeenstemming
met het bijbehorende gebruikershandboek. Laat de druk-
tank indien mogelijk tot de helft leeg lopen en wacht tot de
druktank opnieuw is gevuld. Bij een lege druktank duurt het
ca. een uur om die te vullen.
TIP: Ook na het vervangen van het filter kan de melding
nog zolang weergegeven worden tot het restwater uit de
druktank is opgebruikt.
Laat de batterij door een geautoriseerde klantendienst/
technicus van de vakhandel vervangen.
1.
Bevestig de storingsmelding en stel vervolgens de
datum en het tijdstip opnieuw in, zie
instellen
[} pagina 19].
2.
Start het programma opnieuw.
Laat de autoclaaf afkoelen en wrijf de sterilisatiekamer met
een pluisvrije doek droog.
TIP: Voor een succesvolle vacuümtest moet de sterilisatie-
kamer droog en koud zijn.
Controleer de deurafdichting en het kamerafdichtvlak op
verontreinigingen en vreemde voorwerpen en maak deze
evt. schoon. Controleer de deurafdichting op defecten en
vervang deze indien nodig, zie
[} pagina 44].
Controleer of de deurafdichting correct is geplaatst, zie
Deurdichting vervangen
[} pagina 44]. Plaats de deuraf-
dichting zodanig in de groef dat het brede afdichtingsvlak
naar de sterilisatiekamer wijst.
Het steriele filter moet worden vervangen of als volgt wor-
den gesteriliseerd:
1.
Verwijder het steriele filter uit de achterkant van de
autoclaaf en steriliseer het zonder andere batch in
de Mild-programma.
2.
Plaats het steriele filter vervolgens weer in de
achterkant.
Schakel de autoclaaf tijdens een lopend programma nooit
uit aan de hoofdschakelaar. Breek een programma altijd af
met de toets 'Start-Stop'.
Controleer of de voedingsstekker is ingestoken, de voe-
dingskabel beschadigingen vertoont of eventuele wiebel-
contacten/losse stekkerverbindingen de oorzaak zijn.
Steek de voedingsstekker opnieuw in.
Laat de installatie van het gebouw controleren (bijv. auto-
matische zekeringen), test de autoclaaf op een ander stop-
contact of een ander stroomcircuit.
Datum en uur
Deurdichting vervangen