9 Functiecontroles
Automatische functietest
Door de elektronische parametersturing wordt de samenwerking van de parameters druk, temperatuur en tijd, die
relevant zijn voor de sterilisatie, constant automatisch bewaakt. Het
vergelijkt de procesparameters tijdens het programma met elkaar en bewaakt hun grenswaarden. Het controlesysteem
van de autoclaaf controleert de onderdelen van het toestel op hun werking en mogelijk samenspel. Als de parameters de
vastgelegde waarden overschrijden, geeft de autoclaaf een waarschuwings- of storingsmelding. Indien nodig breekt hij
het programma af met een bijbehorende aanwijzing. Wanneer het programma met succes werd beëindigd, verschijnt
een melding op het display.
Handmatige functietest
U hebt de mogelijkheid om aan de hand van de waarden op het display het programmaverloop te volgen. Bovendien
kunt u aan de hand van het protocol dat voor elk programma is opgeslagen, controleren, of een programma succesvol
was, zie
Protocollen opstellen
Ladinggebonden controles
Testobjectensystemen MELAcontrol Helix en MELAcontrol Pro
Het Helix-testobjectsysteem MELAcontrol is een indicator- en batchcontrolesysteem dat voldoet aan de norm
5. Het bestaat uit een testobject en een indicatorstrookje.
Steriliseert u instrumenten van categorie "Kritisch B", moet u het MELAcontrol Helix of MELAcontrol Pro-
testobjectsysteem als batchcontrole bij elke sterilisatiecyclus toevoegen.
Onafhankelijk daarvan kunt u altijd een stoompenetratietest met MELAcontrol Helix of MELAcontrol Pro in Universeel-
programma doorvoeren.
Bij een correct gebruik van het testobjectsysteem kan het kunststofoppervlak verkleuren. Deze verkleuring heeft echter
geen invloed op de werking van het testobjectsysteem.
Vacuümtest
De test dient om lekken in de autoclaaf op te sporen. Daarbij wordt het lekpercentage bepaald.
Voer in de volgende situaties een vacuümtest uit:
▪ wekelijks bij routinematige gebruik
▪ bij de inbedrijfstelling
▪ na langere operationele onderbrekingen
▪ in geval van een storing (bijv. in het vacuümsysteem)
Voer de vacuümtest met een koude en droge autoclaaf als volgt uit:
1.
Schakel het apparaat in met de hoofdschakelaar. Het display schakelt over naar de uitgangspositie.
2.
Houd de toets 'P' ingedrukt tot de displayweergave vacuümtest verschijnt.
3.
Sluit de deur.
4.
Druk op de toets 'S' om de vacuümtest te starten.
Ê
De evacuatiedruk en de compensatie- of meettijd verschijnen op de display. Na afloop van de meettijd wordt de
sterilisatiekamer ontlucht. Vervolgens verschijnt op het display het lekpercentage. Als het lekpercentage te hoog is,
d.w.z. boven 1,3 mbar, verschijnt een overeenkomstige melding op het display.
Bovendien worden afwisselend het huidige batchnummer van de dag en Stop met knop '+' weergegeven. Na het
indrukken van de toets '+' kunt u de deur openen.
[} pagina 31].
}
procesbeoordelingssysteem
9 Functiecontroles
van de autoclaaf
}
EN 867-
39