Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem
Mogelijke oorzaken
F14
Bij gebruik van de interne opslagtank:
Er is onvoldoende voedingswater aan de
kant van het voedingswater (rechts).
Na het vullen van de opslagtank is er nog
lucht aanwezig in het leidingsysteem.
Wanneer de melding ondanks een volle tank
wordt weergegeven, is de vlotterschakelaar
geblokkeerd.
Bij gebruik van een waterbehandelingsinstallatie van MELAG:
Na de eerste inbedrijfstelling of na de ver-
vanging van de mengbedharspatroon zit er
nog lucht in het leidingsysteem van de
waterbehandelingsinstallatie.
De druktank van de MELAdem 47 is onvol-
doende gevuld.
De waterkraan is niet geopend of de druk-
tank van de MELAdem 47 is gesloten.
Bij gebruik van een centrale waterbehandelingsinstallatie:
De centrale watervoorziening is onderbroken
of de stromingsdruk is te laag.
F18
Storing bij de aangegeven sensoringang
Bij "Storing 18 sensor: 6 ing.: 6" kan ook een
extreem verhoogde geleidbaarheid van de
voedingswatervoorziening zijn gemeten.
Wat kunt u doen?
Controleer het waterpeil van het voedingswater aan de
kant van het voedingswater (rechts) en vul evt. voedings-
water bij.
Bevestig de storingsmelding en start het programma meer-
maals tot de storingsmelding niet meer wordt weergege-
ven.
1.
Neem het tankdeksel van de opslagtank af.
2.
Neem ook de vultrechter af indien die aanwezig is.
3.
Beweeg de vlotter aan de kant van het voedingswater
(vooraan onderaan in de tank) meerdere malen op en
neer, om hem opnieuw soepel te laten bewegen.
Bevestig de storingsmelding en start het programma meer-
maals tot de storingsmelding niet meer wordt weergege-
ven.
Let erop dat het na de eerste inbedrijfstelling van een
MELAdem 47 ca. 1 h duurt tot de druktank voldoende met
water gevuld is.
Controleer of de waterkraan voor de waterbehandelings-
installatie is geopend. Wanneer u een MELAdem 47 ge-
bruikt, controleer dan ook of de kraan aan de druktank is
geopend.
Controleer of alle aanvoerkranen van de centrale installatie
tot de autoclaaf zijn opengedraaid. Laat evt. de stromings-
druk van de centrale waterbehandelingsinstallatie met een
stromingsdrukmeter (min. 0,5 bar bij 5 l/min) controleren.
Raadpleeg een erkende technicus als de situatie zo blijft.
Controleer of het als voedingswater gebruikte water daad-
werkelijk aan de vereiste kwaliteit voldoet en of er bijv. in
plaats daarvan leidingwater werd gebruikt. De kwaliteit van
het gebruikte voedingswater moet aan de norm EN 13060,
bijlage C voldoen. Wanneer leidingwater werd gebruikt,
start de autoclaaf dan twee tot drie keer opnieuw op zodat
het leidingwater eruit wordt gespoeld.
12 Bedrijfsstoringen
57
Advertenties
Inhoudsopgave
