Behuizing
Reinig de behuizing indien nodig met neutrale vloeibare reinigers of spiritus.
Let bij desinfectie van behuizingsonderdelen op het volgende:
n
Gebruik een desinfecteermiddel om schoon te vegen en geen desinfecteermiddel om erop te spuiten. Daarmee
wordt voorkomen dat er desinfecteermiddel op ontoegankelijke plaatsen of in de ventilatiegleuven terechtkomt.
Gebruik voor de oppervlakken uitsluitend een desinfecteermiddel op alcoholische basis (ethanol of isopropanol) of
n
een alcoholvrij desinfecteermiddel op basis van quaternaire ammoniumverbindingen.
Gebruik geen desinfecteermiddel met secundaire en tertiaire alkylamines evenals butanon.
n
Interne opslagtank
Als u de interne opslagtank voor de voedingswatertoevoer gebruikt, voert u een regelmatige controle en reiniging uit.
Interval
elke keer dat er wordt bijge-
vuld
wekelijks
om de 2 weken
Leeg de opslagtank
1.
Open de deur van het apparaat.
2.
Sluit de afvoerslang op de afvoerklep voor het voedings- en
afvalwater aan. Draai de afklep met de afvoerslang tot de aanslag
tegen de richting van de wijzers van de klok in.
3.
Laat het water in een opvangbak van minstens 5 l lopen.
4.
Draai de afvoerklep met de afvoerslang tot aan de aanslag met
de wijzers van de klok mee.
Ê
De afvoerklep is gesloten.
5.
Verwijder de afvoerslang, door deze iets naar beneden van het
apparaat weg te trekken.
Voedings- en afvoerwaterzijde reinigen
ü
Het apparaat is volledig afgekoeld.
1.
Verwijder tankdeksel en vultrechter.
2.
Reinig de voedingswaterzijde (rechts) en afvoerwaterzijde (links) met een pluisvrije doek en schoon voedingswater.
3.
Breng de vultrechter en het tankdeksel weer aan.
Maatregel
Controleert u de opslagtank op vervuiling. Reinig indien nodig de opslagtank
voordat u deze bijvult.
Vervang het voedingswater volledig.
Reinig de afvoerwaterzijde van de opslagtank.
10 Onderhoud
43