[PIN-code van gebruiker]
Specificeer een PIN voor door documenten te bladeren.
Gebruik 1 tot 32 alfanumerieke tekens.
[PIN-code van eigenaar]
Specificeer een PIN om afdrukken en bewerken van het document te
autoriseren.
Gebruik 1 tot 32 alfanumerieke tekens.
• De [PDF-bestand met PIN-code] functie verschijnt
wanneer u [PDF] specificeert in [Indeling voor pc] als het
bestandsformat van de scanner. Ander format kan niet
gespecificeerd worden.
• U kunt niet hetzelfde wachtwoord specificeren voor
"PIN-code van gebruiker" en "PIN-code van eigenaar".
[Reproductieformaat]
5
Geef op of er in een vergroot of verkleind formaat dient te
worden gescand.
[Reproductieformaat] is alleen beschikbaar wanneer [400dpi]
of [600dpi] is opgegeven als resolutie voor de
[Bestandsindeling].
[Auto]
Het formaat van originelen wordt automatisch aangepast tijdens het
scannen.
[100% (1:1)]
Scannen in het originele formaat.
Vooraf ingestelde aanpassing
Kies uit vooraf ingestelde aanpassingsniveaus.
[Numerieke invoer]
Voer de gewenste aanpassingswaarde in, tussen 50–200%.
[Scanformaat]
6
Specificeer de scangrootte van een origineel.
[Auto]
Het scanformaat wordt automatisch berekend en ingesteld op basis
van het formaat van het origineel en de reproductie.
[Numerieke invoer]
Gebruik [] en [] of de numerieke toetsen om de gewenste
waarde in te voeren.
Beeldformaatlijst
Selecteer formaten uit de weergegeven lijst.
Eenvoudig gebruik >> Scanmodusschermen
[Kleurmodus]
7
Geef kleur of zwart-wit scannen op.
[Auto]
Kleur of zwart-wit scannen wordt automatisch geselecteerd.
[Kleurendr.]
Scannen in kleur.
[Grijswaarden]
Scannen in grijswaarden.
[Zwart]
Scannen in zwart-wit (twee niveaus).
[Scanniveau]
8
Geef de scandichtheid op voor gescande beelden.
[Dubbelz./enkelz.]
9
Bij het scannen van dubbelzijdige originelen, geef het type
origineel op.
ComColor serie Basishandleiding 05
2
63