Figuur 19
1. Opslagstandaard
2. Borgring
3.
Verwijder de opslagstandaarden.
4.
Steek de borgpennen (bij de losse onderdelen)
in de opslagstandaardpennen
5.
Gebruik de opslagstandaarden altijd als de
beluchter is verwijderd van de tractor.
g007303
3. Moer
(Figuur
19).
Algemeen overzicht
van de machine
Bedieningsorganen
Diepteregelaar
Draai de ingaande as van de diepteregelaar rechtsom
om minder diep te beluchten, of linksom om dieper
te beluchten
(Figuur
1. Ingaande as
diepteregelaar
2. Borgplaatje
Opmerking:
17 omwentelingen van de
diepteregelaar komt overeen met een diepteverschil
van ongeveer 6,4 mm.
16
20).
Figuur 20
3. Indicatiesticker diepte
4. Dieptemarkering
g007304