7.
Monteer de accu; zie
32).
Accu monteren
1.
Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmid-
delen om de pluskabel (rood) op de pluspool (+)
van de accu aan te sluiten
2.
Schuif het rode stofkapje voor de accupool op
de pluspool van de accu.
3.
Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmid-
delen om de minkabel (zwart) op de minpool (–)
van de accu aan te sluiten
4.
Bevestig de accu met de balk en vleugelmoeren
(Figuur
32).
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de accukabels geen
contact maken met elkaar of met scherpe randen.
Onderhoud van een reserveaccu
De oorspronkelijke accu heeft geen onderhoud nodig.
Raadpleeg voor het onderhoud van een reserveaccu
de instructies van de fabrikant.
Accu monteren (bladz.
(Figuur
32).
(Figuur
32).
Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Zorg ervoor dat de bandenspanning volgens
specificatie is. De bandenspanning kan het best bij
koude banden worden gecontroleerd.
Druk: 1,03 tot 1,38 bar
Opmerking:
Gebruik een lagere bandenspanning
(1,03 bar) op mulle ondergrond voor betere tractie in
de losse grond.
1. Afsluiter
De wielmoeren controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Controleer de wielmoeren en draai ze vast met een
torsie van 68 N·m.
32
Figuur 34
g003793