DefiSign Life AED
"Niet ioniserende elektromagnetische straling"
Gebruikershandleiding
6.5.3
Maatregelen om elektromagnetische interferentie te voorkomen
De gebruiker kan elektromagnetische storingen helpen voorkomen door de minimu-
mafstand tussen draagbare en mobiele RF-telecommunicatieapparatuur (zenders) en
de DefiSign Life AED
van het communicatieapparaat zoals hieronder wordt aangegeven.
Hoogfrequente bron
Radiotelefoon (microcellulair) CT1+, CT2, CT3
Draadloze DECT-telefoon, WLAN, UMTS mo-
biele telefoon
Mobiele telefoon Verenigde Staten
Mobiele telefoon
- GSM900,
- GSM850, NMT900, DCS 1800
Walkietalkie (hulpdiensten, politie, brandweer,
service)
Mobiel telefoonsysteem (hulpdiensten, politie,
brandweer)
RFID (actieve en passieve transponders en
leesapparaten)
Uit de tabel kan worden afgeleid dat draagbare RF-telecommunicatieapparatuur niet
binnen een straal van 3 m van het apparaat en de kabels moet worden gebruikt.
Er is echter geen garantie dat er in bepaalde installaties geen storing kan optre-
den. Als de DefiSign Life AED
voorko-men door het apparaat uit te schakelen.
Verdere maatregelen om elektromagnetische storingen te voorkomen:
De gebruiker kan de volgende maatregelen nemen om elektromagnetische storingen
te voorkomen:
• Vergroot de afstand tot de storingsbron.
• Verdraai het apparaat om de stralingshoek te veranderen.
• Gebruik uitsluitend originele accessoires (in het bijzonder defibrillatie-elektrodes).
• Het apparaat mag niet naast of gestapeld met andere apparatuur worden gebruikt.
Zie voor meer informatie a.u.b. pagina
Oplossen van problemen
®
te bewaren. De afstand is afhankelijk van de outputprestaties
Zenderfrequen-
885-887
1880-2500
850/1900
850, 900, 1800
865-868
®
storingen veroorzaakt, kunnen deze worden
54.
Onderhoud
Stroom P
Afstand d
tie
[W]
[MHz]
0,010
0,25
0,6
900
2
1
81-470
5
81-470
100
433
0,5
Pagina 47
6
6.5
[m]
0,23
1,17
1,8
3,3
2,3
2,6
11,7
0,85
1,62