6
Onderhoud
6.5
Oplossen van problemen
Probleem
De statusled knippert niet en
het apparaat kan niet worden
ingeschakeld.
De statusled knippert
en het apparaat kan niet wor-
den ingeschakeld.
Het apparaat vraagt de ge-
bruiker te controleren of de
elektrodes correct zijn aan-
gebracht en aangesloten.
Het apparaat kan niet wor-
den uitgeschakeld.
Onjuiste analyseresultaten
(het apparaat registreert bijv.
geen schokbaar ritme, terwijl
de patiënt wel ventriculaire fi-
brillatie vertoont).
De defibrillatieschok kan niet
worden toegediend.
De alarmtoon stopt niet.
Batterijled brandt.
Geen gegevens opgeslagen
op de SD-kaart.
Pagina 46
6.5.2
Oplossen van problemen
Geforceerd uitschakelen
Als het apparaat niet volgens de normale procedure kan worden uitgeschakeld,
neemt u de batterij uit en plaatst u deze terug.
Mogelijke oorzaken
• Batterij defect.
• Geen batterij geplaatst of batterij
niet correct geplaatst.
• Apparaat defect.
• Kap apparaat ontbreekt.
• Kortgesloten circuit tussen de
elektrodes.
• Slecht elektrodecontact.
• Elektrodeconnnector niet aange-
sloten op het apparaat.
• Opgedroogd contactmiddel.
• Apparaat defect.
• Sluit de kap.
• Software blijft hangen.
• Apparaat defect.
• Onvoldoende kwaliteit ECG-sig-
naal.
• Elektromagnetische golven ver-
storen het ECG-signaal.
• Patiënt heeft bewogen tijdens de
analyse.
• Apparaat defect.
• Onvoldoende accucapaciteit.
• CPR veroorzaakte elektrodesto-
ring.
• Apparaat defect.
• Batterij defect.
• Apparaat defect.
• Batterij bijna ontladen.
• Kaart defect.
• Apparaat defect.
Oplossing
Vervang de batterij.
Plaats de batterij correct.
Laat het apparaat repareren.
Neem de batterij uit en plaats deze terug om het appa-
raat in het reanimatieproces te starten.
Breng de elektrodes precies aan zoals beschreven.
Druk de elektrodes stevig vast.
Sluit de elektrodeconnector aan op het apparaat.
Gebruik nieuwe elektrodes.
Laat het apparaat repareren.
Houd de kap omlaag, zodat de magneetsensor wordt ge-
activeerd.
Neem de batterij uit en plaats deze terug.
Laat het apparaat repareren.
Herhaal de hartmassages.
Schakel de storingsbron uit (bijv. radiozender, mobiele
telefoon). Verplaats de patiënt, zodat hij buiten het bereik
van de storing is.
Verplaats de patiënt echter niet tijdens de analyse.
Laat het apparaat repareren.
Vervang de batterij.
Breng de elektrodes opnieuw aan.
Laat het apparaat repareren.
Vervang de batterij.
Laat het apparaat repareren.
Vervang de batterij.
Vervang de kaart.
Laat het apparaat repareren.
DefiSign Life AED