4
Defibrillatie
4.1
Instructies en veiligheidsaanwijzingen
Pagina 24
4 Defibrillatie
4.1
Instructies en veiligheidsaanwijzingen
4.1.1
Instructies
• De DefiSign Life AED
Gebruik is enkel voorbehouden aan personeel die het wettelijk is toegestaan
dergelijke appara-tuur te gebruiken. Onjuist gebruik kan levens in gevaar brengen.
• Niet medisch personeel mag een AED zoals de DefiSign Life AED
gebruiken als de lokale wetgeving dit gebruik toestaat.
• Het succes van de defibrillatie hangt af van het juiste gebruik van de defibrillator,
maar ook van de conditie van het hart. Het is de verantwoordelijkheid van de arts
om aanvullende maatregelen te nemen (bijv. adrenaline).
• Volgens de AHA/ERC-richtlijnen mogen ook kinderen jonger dan 8 jaar oud wor-
den
gedefibrilleerd.
• De elektrodes moeten in de anterieure-anterieure positie worden geplaatst. Bij jon-
ge kinderen is de anterieure-posterieure positie een optie om kortsluiting tusse n
beide defibrillatie-elektrodes te voorkomen.
• Een defibrillatie kan bij bepaalde ziektepatronen mislukken.
4.1.2
Veiligheidsaanwijzingen bij gebruik van de AED
Veranderingen, ook tijdens gebruik, kunnen van invloed zijn op de veiligheid en
moeten direct aan de verantwoordelijke worden gemeld.
Gevaar voor elektrische schok — voor patiënten
In ongunstige situaties kan de mogelijkheid van fouten in de ECG-analyse niet
worden uitgesloten. Het apparaat mag om die reden uitsluitend worden gebruikt
als de volgende symptomen zijn vastgesteld:
– niet reagerend,
– geen ademhaling,
– geen hartslag.
®
is een apparaat voor elektrotherapie met hoge spanning.
DefiSign Life AED
®
alleen