DefiSign Life AED
Gebruikershandleiding
Gevaar voor elektrische schok — voor gebruiker en assistenten
Leg de patiënt plat neer op een stevige, niet geleidende ondergrond.
Zorg tijdens de ECG-analyse en de defibrillatie dat er geen geleidende aanslui-
tingen tussen de patiënt en andere personen aanwezig zijn.
De patiënt mag geen contact maken met metalen onderdelen, zoals een bed of
brancard, om secundair contact met of paden voor de defibrillatiestroom te voor-
komen die de assistenten in gevaar kunnen brengen. Leg de patiënt om dezelf-
de reden evenmin op een natte ondergrond (ongeval in regen, zwembad).
Zorg dat de defibrillatie-elektrodes geen contact maken met andere elektrodes
of metalen delen die in contact staan met de patiënt.
De borst van de patiënt moet droog zijn, omdat vocht ongewenste routes voor
de defibrillatiestroom kan veroorzaken. Om veiligheidsredenen moeten ontvlam-
bare huidreinigingsmiddelen worden afgeveegd.
De taak van de assistent moet duidelijk zijn gedefinieerd:
• Tijdens de ECG-analyse:
– reanimeren,
– garanderen dat de patiënt zo stil mogelijk ligt,
– patiënt niet aanraken, anders kunnen artefacts tot onjuiste analyseresultaten
leiden.
• Direct voor de schok:
– stoppen met hartmassages en beademing (CPR).
Kans op brandwonden — voor de patiënt
Vanwege de hoge stroom bestaat er een risico op brandwonden op de plaats
van de elektrodes. Daarom mogen de elektrodes niet worden geplaatst op of bo-
ven:
– het borstbeen,
– het sleutelbeen of
– de tepels.
Kans op storing van een geïmplanteerde pacemaker!
Het defibrilleren van een patiënt met een geïmplanteerde pacemaker kan de
werking van de pacemaker waarschijnlijk storen of veroorzaakt waarschijnlijk
schade aan de pacemaker.
Daarom:
– de defibrillatie-elektrodes mogen niet in de buurt van de pacemaker worden ge-
plaatst.
Instructies en veiligheidsaanwijzingen
Defibrillatie
4
4.1
Pagina 25