6
Onderhoud
6.1
Onderhoudsintervallen
Inspectiepunten:
Pagina 40
6.1.3
Visuele inspectie van het apparaat en accessoires
Regelmatig en na ieder gebruik moeten het apparaat en de kabels visueel worden
geïnspecteerd om mogelijke mechanische schade te achterhalen.
Als u beschadigingen of storingen waarneemt die de veiligheid van de patiënt of de
gebruiker in gevaar kunnen brengen, mag u het apparaat pas weer gebruiken na een
servicebeurt.
• Controleer of de statusled knippert en alle andere ledlampjes uit zijn, zie
6.5.1 Foutmeldingen
• Behuizing apparaat onbeschadigd?
• Geen buitensporige verstopping of schade?
• Naamplaatje achter op het apparaat leesbaar?
• Inscripties voor op het apparaat leesbaar?
• Vervaldatum van elektrodes verstreken? (zie hoofdstuk
elektrodes pagina 23.
• Vervaldatum van batterij verstreken?
Elektrodes waarvan de vervaldatum is verstreken, moeten direct worden ver-
vangen (elektrode- en serviceleds branden, geldt alleen voor elektrodes met
art.nr. 0-21-0040)
Batterijen waarvan de vervaldatum is verstreken, moeten direct worden vervan-
gen (zie de vervaldatum op de batterijen).
Defecte eenheden of beschadigde kabels moeten direct vervangen worden.
Als de statusled niet knippert, moet het apparaat direct worden vervangen of ge-
repareerd (zie de informatie in hoofdstuk
DefiSign Life AED
3.3.1 Aansluiten van de
6.5.1 Foutmeldingen).