Overige instellingen
Reinigingstemperatuur
De reinigingstemperatuur wordt bereikt door
opwarmen van het spoelwater. De tempera-
tuur moet op de taakstelling afgestemd zijn.
De proceschemicaliën worden bij een af fa-
briek ingestelde temperatuur gedoseerd.
55 °C
Reinigings–
temp.
-
Stel de temperatuur in door op de tekens
(lager) en
+
(hoger) te tikken. Het instelbe-
reik varieert al naargelang het model en
programma.
Sla de instelling op met
Reiniging houdtijd
De houdtijd komt overeen met de periode
waarin de temperatuur in het spoelblok op
een constant niveau wordt gehouden.
Bij het programma
houdtijd in seconden ingevoerd en kan in
stappen van 5 seconden worden inge-
steld.
5 min
Reiniging
houdtijd
-
Stel de houdtijd in door op de tekens
+
ger) en
(hoger) te tikken.
Sla de instelling op met
62
+
OK
OK
.
Superkort
wordt de
+
OK
-
OK
.
Naspoeltemperatuur
De naspoeltemperatuur wordt bereikt door
opwarmen van het spoelwater. De tempera-
tuur moet op de taakstelling afgestemd zijn.
Naspoel–
temperatuur
-
Stel de temperatuur in door op de tekens
+
(lager) en
(hoger) te tikken. Het instelbe-
reik varieert al naargelang het model en
-
programma.
Sla de instelling op met
Naspoelen houdtijd
De houdtijd komt overeen met de periode
waarin de temperatuur in het spoelblok op
een constant niveau wordt gehouden.
Bij het programma
houdtijd in seconden ingevoerd en kan in
stappen van 5 seconden worden inge-
steld.
Naspoelen
houdtijd
-
Stel de houdtijd in door op de tekens
ger) en
+
(hoger) te tikken.
(la-
Sla de instelling op met
65 °C
+
OK
OK
.
Superkort
wordt de
8 min
+
OK
OK
.
-
-
(la-