Onderhoud van de
zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel
van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud.
Als er een zekering is doorgebrand, moet u echter
het onderdeel of circuit controleren op defecten of
kortsluiting.
Zekeringtype:
•
Hoofdleiding – F1 (15 A, steekzekering)
•
Laadcircuit – F2 (25 A, steekzekering)
De hoofdzekering (15 A) vervangen doet u langs
de opening in de zijkant van de bedieningseenheid.
Trek de zekering eruit en monteer een nieuwe 15 A
zekering
(Figuur
57).
Figuur 57
1. Hoofdzekering (15 A)
De zekering van het laadcircuit (25 A) vervangen
doet u door de zekering links van de accu te zoeken.
Trek de zekering eruit en monteer een nieuwe 25 A
zekering
(Figuur
58).
Figuur 58
1. Laadcircuit (25 A)
g297599
2. Opening in
bedieningseenheid
g297598
Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu-
ren—Bandenspanning controleren.
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke
bandenspanning kan leiden tot onregelmatige
maairesultaten. Controleer de bandenspanning bij het
ventiel
(Figuur
59). De bandenspanning kan het best
bij koude banden worden gecontroleerd.
Pomp de banden van de voorste zwenkwielen op tot
1,03 bar.
Pomp de banden van de achteraandrijfwielen op tot
0,9 bar.
1. Ventiel
45
Figuur 59
g000554