Figuur 35
Zijafvoer gebruiken
Het maaidek is uitgerust met een scharnierende
grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag
naar het gazon afvoert.
GEVAAR
Als de grasgeleider, afsluiter van de afvoer
of de grasvanger niet op de juiste plaats
zijn gemonteerd, kunnen u of anderen
in aanraking komen met het maaimes of
uitgeworpen voorwerpen. Contact met
het draaiende maaimes en uitgeworpen
voorwerpen kan lichamelijk of dodelijk letsel
veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het
maaidek omdat hiermee het maaisel
wordt afgevoerd naar het gazon. Een
beschadigde grasgeleider moet direct
worden vervangen.
• Steek nooit uw handen of voeten onder het
maaidek.
• Probeer nooit het afvoersysteem of de
maaimessen te reinigen zonder eerst de
messchakelaar (aftakas) U
het contactsleuteltje op U
het sleuteltje uit het contact te nemen.
• Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
g008953
te schakelen,
IT
te draaien en
IT
29
De maaihoogte instellen
De machine is uitgerust met een maaidekhefsysteem
met voetpedaal. U kunt het voetpedaal gebruiken om
het maaidek kort omhoog te brengen om obstakels
te vermijden.
U kunt de maaihoogte instellen van 38 tot 114 mm
in stappen van 6 mm door de maaihoogtepen in
verschillende openingen te plaatsen.
1.
Trap het maaidekhefpedaal in om het maaidek
omhoog te brengen.
2.
Om de maaihoogte in te stellen, verwijdert u de
pen uit de maaihoogtebeugel
3.
Kies de opening in het maaihoogtesysteem
die overeenkomt met de gewenste
maaihoogtestand, en steek daarin de
pen
(Figuur
36).
4.
Breng het maaidek langzaam omlaag tot de
hendel contact maakt met de pen.
Figuur 36
1. Maaidekpedaal
2. Maaihoogtestanden
(Figuur
36).
g297360
3. Pen