Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu-
ren—Bougie controleren.
Om de 100 bedrijfsuren—Bougie vervangen.
Gebruik een Champion RC12YC of soortgelijke
bougie. Controleer of de afstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode 0,76 mm (0,030")
bedraagt voordat u de bougie monteert. Gebruik een
bougiesleutel voor het (de)monteren van de bougie
en een voelermaat om de elektrodenafstand te meten
en af te stellen.
Bougie verwijderen
1.
Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
2.
Stel de parkeerrem in werking.
3.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
4.
Verwijder het contactsleuteltje.
5.
Open de motorkap.
6.
Verwijder de bougiekabel van de bougie
27).
Figuur 27
1. Bougie
7.
Maak de omgeving van de bougie schoon om
te voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
8.
Verwijder de bougies en de metalen
pakkingringen
(Figuur
(Figuur
g008274
2. Bougiekabel
27).
Bougie controleren
1.
Bekijk de binnenkant van de bougie
28). Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt
de motor naar behoren. Een zwarte laag op de
isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Belangrijk:
Bougie altijd vervangen bij zwarte laag op de
bougie, versleten elektroden, vettige laag op
de bougie of scheuren.
2.
Controleer de afstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode
verbuig de massa-elektrode als de afstand niet
correct is.
Bougie monteren
1.
Monteer de bougie en de metalen afdichtring.
Controleer of de elektrodenafstand correct is.
2.
Draai de bougie vast met een torsie van
20,4 N·m.
3.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie
27).
4.
Sluit de motorkap.
26
Figuur 28
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
Bougie nooit schoonmaken.
(Figuur
(Figuur
g000666
28) en
(Figuur