1. Instelknoppen
2.
Schuif de stoel naar de gewenste stand en draai
de knoppen weer vast.
Gebruik van de koplampen
De koplampen zijn een integrale functie van de
contactschakelaar. Draai het contactsleuteltje naar
rechts in de stand Lichten.
Bediening van de aftakas
Met de mes-knop schakelt u de aandrijving naar de
maaimessen in of uit.
De maaimessen inschakelen
1.
Trap het rempedaal in om de machine te
stoppen.
2.
Trek de maaimes-knop uit in de ingeschakelde
positie
(Figuur
4).
De maaimessen uitschakelen
1.
Trap het rempedaal in om de machine te
stoppen.
2.
Druk de maaimesknop in om uit te schakelen
(Figuur
4).
De maaihoogte instellen
Met de maaihoogtehendel stelt u het maaidek in op
de gewenste maaihoogte. De maaihoogte kan in
zeven standen worden gezet, van ongeveer 30 tot
80 mm (1-1/4 tot 3-1,8").
Figuur 6
Belangrijk:
U moet de maaihoogtehendel in de
hoogste stand zetten (7) als u de machine van het
gras rijdt, om beschadiging van de maaimessen
te voorkomen.
1.
Druk op de knop op de maaihoogtehendel en
houd de knop ingedrukt
g008253
1. Maaihoogtehendel
2.
Zet de maaihoogtehendel in de gewenste stand.
3.
Laat de knop los.
Motor starten
1.
Open de brandstofafsluitklep deze bevindt zich
tussen de brandstoftank en de motor
1. Brandstofafsluitklep
Opmerking:
brandstofslang staan.
2.
Neem plaats op de bestuurdersstoel.
3.
Controleer of de tractiepedalen in de
neutraalstand staan.
13
(Figuur
7).
Figuur 7
Figuur 8
De klep moet in één lijn met de
g017870
(Figuur
8).
g008258