van 100 tpm. Hou een zijde van de schakelaar
ingedrukt om de motor automatisch in
te schakelen, afhankelijk van welke zijde u
STATIONAIR
hebt ingedrukt.
Maaisnelheid afstellen
Supervisor (beveiligd menu)
Laat de supervisor toe om de maximale snelheid
waarmee de bestuurder kan maaien (laag bereik) in
te stellen in stappen van 5% tussen 30% en 100%.
Zie
De maximale toegestane maaisnelheid instellen
(bladz. 22)
voor de procedure om de maaisnelheid
in te stellen.
Gebruiker
Laat de gebruiker de maximale maaisnelheid (laag
bereik) instellen, binnen de voorinstellingen van
de supervisor. Druk op de middelste knop (
pictogram) in het welkomstscherm of hoofdscherm
van het InfoCenter om de snelheid aan te passen.
Opmerking:
Bij heen en weer schakelen tussen het
lage en het hoge bereik zullen de instellingen naar de
vorige instelling worden geschakeld. De instellingen
worden gereset als de machine wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
Deze functie kunt u ook samen met
cruisecontrol gebruiken.
Transportsnelheid afstellen
Supervisor (beveiligd menu)
Laat de supervisor toe om de maximale snelheid
waarmee de bestuurder kan rijden voor transport
(hoog bereik) in te stellen in stappen van 5% tussen
30% en 100%.
Zie
De maximale toegestane transportsnelheid
instellen (bladz. 22)
voor de procedure om de
transportsnelheid in te stellen.
Gebruiker
Laat de gebruiker de maximale transportsnelheid
(hoog bereik) instellen, binnen de voorinstellingen
van de supervisor. Druk op de middelste knop (
pictogram) in het welkomscherm of hoofdscherm van
het InfoCenter om de snelheid aan te passen.
Opmerking:
Bij heen en weer schakelen tussen het
lage en het hoge bereik zullen de instellingen naar de
vorige instelling worden geschakeld. De instellingen
worden gereset als de machine wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
Deze functie kunt u ook samen met
cruisecontrol gebruiken.
De werking van de machine
of
HOOG
LAAG
leren begrijpen
U moet zich oefenen in het rijden met de machine
omdat ze een hydrostatische transmissie heeft en
anders kan reageren dan andere gazonmachines. Bij
het gebruik van de tractie, maaimessen of andere
werktuigen moet u er rekening mee houden dat de
transmissie, het toerental en de belasting van de
maaimessen of andere werktuigen van invloed zijn op
de prestaties van de machine.
Dankzij Toro Smart Power™ hoeft u niet naar de
motor te luisteren wanneer de machine zwaar belast
wordt. Smart Power voorkomt dat de motor te zwaar
belast wordt in zware maaiomstandigheden door
de machinesnelheid automatisch te regelen en de
maaiprestaties te optimaliseren.
U kunt de remmen gebruiken ter ondersteuning bij
het draaien van de machine. Ga echter voorzichtig
te werk indien u ze gebruikt, in het bijzonder op
zacht of nat gras, omdat het gazon per ongeluk kan
scheuren. De remmen kunnen ook worden gebruikt
om de machine grip te laten houden. In sommige
heuvelachtige omstandigheden kan het hoogste
wiel slippen en grip verliezen. Als deze situatie zich
voordoet, trapt u het stuurpedaal voor het hoogste
wiel geleidelijk en met tussenpozen in totdat dit wiel
niet meer slipt. Hierbij wordt de tractie op het laagste
wiel vergroot.
De tractiehulp werkt automatisch en vereist geen
handelingen van de bestuurder. Als een wiel begint te
slippen, wordt de stroom automatisch verdeeld tussen
de voor- en achterwielen om slippen van de wielen en
tractieverlies te beperken.
Wees extra voorzichtig wanneer u de machine op
hellingen gebruikt. Zorg ervoor dat de rolbeugel
omhoog is geklapt, de stoelvergrendeling stevig
vastzit en de veiligheidsgordel gesloten is. Rijd
langzaam en maak geen scherpe bochten op
hellingen om te voorkomen dat de machine omkantelt.
Om beter in balans te kunnen blijven tijdens het
sturen, moet het maaidek zijn neergelaten tijdens het
afdalen.
Voordat u de motor afzet, moet u alle
bedieningsorganen uitschakelen en de gashendel op
L
ANGZAAM
zet, worden het motortoerental, het lawaai en de
trillingen verlaagd. Draai het sleuteltje op
de motor af te zetten. Verwijder de sleutel als u de
bestuurderspositie verlaat.
Voordat u de machine transporteert, moet u de
maaidekken opheffen en de transportvergrendelingen
vastzetten
51
zetten. Als u de gashendel op L
(Figuur
73).
ANGZAAM
om
UIT