Figuur 74
1. Omloopklep (2)
2.
Draai de omloopkleppen 3 slagen linksom om
deze te openen en de vloeistof inwendig om te
laten leiden.
Opmerking:
Niet meer dan 3 slagen openen.
Omdat de vloeistof is omgeleid, kan de machine
langzaam worden voortbewogen zonder dat de
transmissie wordt beschadigd.
3.
Duw of sleep de machine.
4.
Wanneer de machine de gewenste locatie
bereikt heeft, sluit u de omloopkleppen. Draai
de klep vast met een torsie van 70 Nm.
Belangrijk:
Zorg dat de omloopklep
gesloten is voordat u de motor start. Als
u de motor laat lopen met een geopende
omloopklep, raakt de transmissie oververhit.
Belangrijk:
Als u de machine achteruit moet
duwen of slepen, dient u te zorgen voor een
omleiding van de regelklep in het verdeelstuk van
de vierwielaandrijving.
Om een omloop aan te brengen rond de
terugslagklep, sluit u een slang aan op de
testaansluiting voor de achterwaartse tractiedruk
(op de hydrostaat) en op de aansluiting tussen
de aansluitingen M8 en P2 van de achterste
tractieverdeler (achter het voorwiel). De
slangeenheid bevat 1 slang (onderdeelnr.
95-8843), 2 koppelingen (onderdeelnr. 95-0985) en
2 hydraulische fittings (onderdeelnr. 340-77).
De krikpunten bepalen
GEVAAR
Een mechanische of hydraulische krik kan een
machine niet altijd dragen. Als de machine
dan valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
• Plaats de machine altijd op assteunen.
• Gebruik nooit een hydraulische krik.
Er zitten opkrikpunten aan de voorzijde en de
achterzijde van de machine.
•
Op het frame aan de binnenzijde van beide
g221674
voorwielen
•
In het midden van de achteras
De machine transporteren
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Maak de machine stevig vast.
De bevestigingspunten
bepalen
Er zitten bevestigingspunten op de voorzijde en
achterzijde van de machine
Opmerking:
Gebruik in de vier hoeken banden met
de juiste specificaties en CE-merk om de machine
vast te binden.
•
Twee aan de voorzijde van het bestuurdersplatform
•
Achterbumper
54
(Figuur
75).