De draairichting van de
ventilator omkeren
Het ventilatortoerental van de machine is afhankelijk
van de temperatuur van de hydraulische vloeistof en
de motorkoelvloeistof. Als de hydraulische vloeistof of
koelvloeistof een bepaalde temperatuur bereikt, voert
de ventilator automatisch een omgekeerde cyclus
uit. Bij deze cyclus wordt vuil van het achterscherm
geblazen en verlaagt de temperatuur van de motor en
de hydraulische vloeistof.
U kunt handmatig een omgekeerde cyclus uitvoeren
door de rechter- en linkerknop van het InfoCenter
tegelijk in te drukken. Het strekt tot aanbeveling om
de ventilator handmatig om te keren voordat u het
werkgebied verlaat of de onderhouds- of opslagplaats
inrijdt.
De functie Auto stationair
De machine beschikt over een automatische functie
voor stationair draaien die ingeschakeld wordt als de
volgende functies gedurende een bepaalde tijd niet
worden gebruikt; in het InfoCenter kunt u instellen
hoe lang het duurt voordat de motor stationair begint
te draaien.
•
Het tractiepedaal keert terug naar de
stand.
•
de aftakas is uitgeschakeld.
•
Alle hefschakelaars zijn inactief.
Als u een van de bovenstaande functies start keert
de machine automatisch terug naar de vorige
stand van het gaspedaal.
Gebruik van de
cruisecontrol
Met de schakelaar van de cruisecontrol vergrendelt u
het pedaal zodat de gewenste rijsnelheid behouden
wordt. Druk op de achterzijde van de schakelaar om
de cruisecontrol uit te schakelen. Met de middelste
stand van de schakelaar wordt de cruisecontrol
ingeschakeld en met de voorzijde van de schakelaar
kan de gewenste rijsnelheid worden ingesteld.
Opmerking:
Ook door het rempedaal in te drukken
of het tractiepedaal in achteruit te zetten gedurende
1 seconde kunt u de cruise control uitschakelen.
Regeneratie van het
dieselpartikelfilter
Het dieselpartikelfilter (DPF) is een onderdeel van het
uitlaatsysteem. De oxidatie-katalysator van het DPF
vermindert de hoeveelheid schadelijke gassen en het
roetfilter vangt het roet in de uitlaatgassen op.
Bij de regeneratie van het DPF wordt het roet in het
filter verbrand door de hitte van de uitlaatgassen.
Hierbij wordt het roet omgezet tot as en worden
de kanalen van het filter schoongemaakt zodat
de gefilterde uitlaatgassen door het DPF kunnen
stromen.
De computer van de motor bepaalt de mate van
roetopbouw door de tegendruk van het DPF te meten.
Een te hoge tegendruk betekent dat het roet in het
filter niet verbrand wordt tijdens het normale bedrijf
van de motor. Hou rekening met het volgende om
roetopbouw in het DPF te voorkomen:
•
Passieve regeneratie wordt continu uitgevoerd
zolang de motor loopt. Laat de motor indien
mogelijk met vol toerental lopen tijdens de
regeneratie van het DPF.
•
Als de tegendruk in het dieselpartikelfilter te hoog
is of reeds 100 uur geen herstel regeneratie
uitgevoerd is, brengt de computer van de motor u
via het InfoCenter op de hoogte wanneer herstel
generatie bezig is.
•
Wacht tot de herstel regeneratie afgelopen is
voordat u de motor uitschakelt.
NEUTRALE
Hou bij het gebruik en onderhoud van uw machine
rekening met de werking van het DPF. Een belaste
motor bij een hoog stationair toerental (volgas)
produceert meestal uitlaatgassen die heet genoeg zijn
voor de regeneratie van het DPF.
Belangrijk:
stationair loopt, of dat u de machine op een laag
toerental laat lopen, om de opbouw van roet in het
filter te beperken.
Roetopbouw in het DPF
•
Na verloop van tijd wordt roet opgestapeld in het
roetfilter van het dieselpartikelfilter. De computer
van de motor bewaakt de roetopbouw in het DPF.
•
Wanneer voldoende roet zich heeft opgestapeld,
meldt de computer dat het tijd is om het
dieselpartikelfilter te regenereren.
•
Hierbij wordt het roet in het DPF verbrand tot as.
•
De computer geeft niet alleen een waarschuwing
maar verlaagt het motorvermogen ook, afhankelijk
van de mate van roetopbouw.
38
Minimaliseer de tijd dat de motor