7.
Bevestig de motor van de maai-eenheid aan
de aandrijfzijde van de maai-eenheid met
het bevestigingsmateriaal dat u eerder hebt
verwijderd.
8.
Draai de bouten vast met een torsie van 80 N·m.
De maaimessen
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—De
messen op beschadiging en
overmatige slijtage controleren.
Om de 50 bedrijfsuren—Zorg dat al de
mesbouten aangedraaid zijn met een torsie van
45 N·m.
Belangrijk:
Indien één mes beschadigd is, dienen
zowel dat mes als het tegenoverliggende mes te
worden verwijderd en vervangen als een paar om
evenwicht te behouden.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, breng de maai-eenheid omhoog, stel
de parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
2.
Ondersteun de omhooggebrachte maai-eenheid
met kriksteunen.
3.
Controleer de messen op beschadigingen.
Besteed in het bijzonder aandacht aan
het bevestigingsmateriaal, de snijrand en
het montagegat
(Figuur
beschadigde messen en bevestigingen.
Figuur 78
1. Snijrand
4.
Inspecteer de messen op overmatige slijtage;
gebruik hierbij de slijtagemarkering
Vervang een mes dat versleten is tot aan de
slijtagemarkering.
78). Vervang alle
g034632
2. Montagegat
(Figuur
79).
1. Slijtagemarkering
5.
Zorg dat al de mesbouten aangedraaid zijn met
een torsie van 45 N·m.
6.
Neem elk mes vast en zorg dat er in totaal niet
meer dan 3 mm speling is langs weerszijden van
de rotor. Als er in totaal meer dan 3 mm speling
is, vervang dan het mes.
7.
Controleer voor elk mes en het tegenoverlig-
gende mes of er een gewichtsverschil tussen
de twee is.
Opmerking:
mes en het tegenoverliggende mes mag niet
groter zijn dan 10 gram.
GEVAAR
Een versleten of beschadigd mes kan breken
en een stuk van het mes kan naar u of naar
omstanders worden uitgeworpen en ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
• Controleer op gezette tijden de
maaimessen op slijtage of beschadigingen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes.
De maaimessen slijpen
Raadpleeg de instructies die bij de messlijpset werden
geleverd.
De mesbouten controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
Zorg dat al de mesbouten aangedraaid zijn met een
torsie van 45 N·m.
De achterkap controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer de achterkap op slijtage of beschadiging
(Figuur
80). Vervang de achterkap als deze
55
Figuur 79
Het gewichtsverschil tussen een
g034634