Dit kan het beste worden gedaan als de hydraulische
vloeistof warm (niet heet) is. Laat de maaidekken
neer op de grond en laat het hydraulisch systeem
leeglopen.
1.
Verwijder de aftapplug van de hydraulische tank
en laat de olie in de opvangbak lopen.
2.
Als er geen olie meer naar buiten stroomt,
plaatst u de aftapplug terug met een nieuwe
pakking.
3.
Verwijder de aanzuigflens van de olietank om bij
de aanzuigkorf te kunnen komen.
4.
Schroef de aanzuigkorf eraf en reinig deze met
paraffine of benzine alvorens deze te monteren.
5.
Monteer het oliefilterelement van de
retourleiding.
6.
Monteer het oliefilterelement van de transmissie.
7.
Vul de hydraulische tank met verse, schone
hydraulische vloeistof van het geschikte type.
8.
Laat de motor lopen en stel alle hydraulische
systemen in werking totdat de hydraulische
vloeistof warm is.
9.
Controleer het vloeistofpeil en vul indien nodig
totdat het peil de bovenste markering op het
kijkglas heeft bereikt.
Figuur 74
1. Vuldop olietank
2. Aanzuigkorf
g014452
3. Vullerzeef
Het waarschuwingssys-
teem voor oververhitting
van de hydraulische vloei-
stof controleren
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
1. Schakelaar temperatuur
1.
Draai het contactsleuteltje op aan (stand "I").
2.
Maak de rood/gele draadaansluiting los van de
temperatuurschakelaar van de hydraulische
tank.
3.
Raak met het metalen uiteinde van de draad
een geschikt aardingspunt aan. Zorg dat het
metalen oppervlak goed contact maakt.
De claxon klinkt en het waarschuwingslampje van
de temperatuur van de hydraulische vloeistof gaat
branden als teken dat het systeem goed functioneert.
Voer indien nodig herstellingen uit voordat u de
machine gebruikt.
53
Figuur 75
2. Hydraulische vloeistoftank
g022285