Linkerkant van de machine
1. Retourfilter van de hydraulische vloeistof
Uitlijning van de
achterwielen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
Om te voorkomen dat de banden overmatig slijten en
ervoor te zorgen dat de machine veilig kan worden
gebruikt, moeten de achterwielen correct worden
uitgelijnd en een toespoor van 3-8 mm hebben.
Zet de achterwielen recht naar voren. Meet en
vergelijk de afstand tussen de voorkant van de
wangen van de banden en de achterkant van de
wangen van de banden ter hoogte van het midden
van het wiel. De afstand tussen de voorkant van de
wangen moet 3-8 mm minder zijn dan de afstand
tussen de achterkant van de wangen.
1. Hoogte van het midden
van het wiel
2. Wiel
Figuur 65
Figuur 66
3. Richting vooruit rijden
4. Spoorstang
Om de achterwielen uit te lijnen, moet u eerst de linker-
en de rechterborgmoer op de spoorstang losdraaien.
(De linkerborgmoer heeft linkse schroefdraad).
Draai aan de spoorstang om de correcte afstand te
verkrijgen zoals hierboven is aangegeven en draai de
borgmoeren stevig vast.
De transmissieregelkabel
en het bedieningsmecha-
nisme controleren
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren
Controleer de conditie en de bescherming van de kabel
en het bedieningsmechanisme bij de tractiepedalen
en de uiteinden van de transmissiepomp.
•
Verwijder aangekoekt vuil, gruis en ander puin.
g014491
•
Zorg ervoor dat de kogelverbindingen stevig
vastzitten en controleer of de bevestigingsbeugels
en kabelgeleiders goed zijn bevestigd en geen
scheuren vertonen.
•
Controleer de eindsluitingen op slijtage, corrosie of
kapotte veren en vervang deze indien dit nodig is.
•
Controleer of de rubberen afdichtingen correct op
hun plaats zitten en in goede staat verkeren.
•
Controleer of de scharnierende moffen die
de binnenkabel ondersteunen, in goede staat
verkeren en stevig vastzitten aan de buitenkabel
bij de krimpverbindingen. Indien ze beginnen te
scheuren of los te raken, moet u direct een nieuwe
kabel monteren.
•
Controleer of de moffen, de stangen en de
binnenkabel zijn verbogen, geknikt of op een
andere manier zijn beschadigd. Als u schade ziet,
monteer dan meteen een nieuwe kabel.
•
Zet de motor af, beweeg de tractiepedalen door
hun hele bereik en controleer of het mechanisme
soepel en onbelemmerd in de vrijstand komt
zonder dat het blijft vastzitten of hangen.
g014442
1. Beschermingskap
2. Rubberen afdichting
48
Figuur 67
3. Huls
4. Uiteinde van stang
g014571