Onderhoud van het
maaidek
Onderhoud van de
maaimessen
Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u de
maaimessen scherp houden. Om het slijpen en vervangen
te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad
te hebben.
WAARSCHUWING
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de gebruiker of omstanders en ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
• Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes.
Vóór controle en onderhoud van de
maaimessen
Parkeer de maaimachine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. Draai
het contactsleuteltje naar de stand Uit. Verwijder het sleuteltje
en maak de bougiekabels los van de bougies.
De maaimessen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Controleer de snijranden
niet scherp zijn of inkepingen vertonen, moet u de
messen verwijderen en deze slijpen. Zie Maaimessen
slijpen.
Figuur 52
1. Snijrand
2. Gebogen deel
2. Controleer de messen, met name het gebogen
deel
(Figuur
52). Als u beschadiging, slijtage of
groefvorming in dit deel constateert
u het mes direct vervangen.
(Figuur
52). Als de snijranden
3. Slijtage/gevormde sleuf
4. Scheur
(Figuur
52), moet
Controle op kromme messen
1. Draai de messen totdat de uiteinden in de lengterichting
liggen
(Figuur
53).
1. Meet vanaf de snijrand tot op een horizontaal oppervlak
2. Meet de afstand tussen een horizontaal oppervlak
en de snijrand, stand A, van de messen
Noteer deze afstand.
3. Draai de tegenovergestelde uiteinden van de messen
naar voren.
4. Meet de afstand tussen een horizontaal oppervlak en
de snijrand van de messen op dezelfde plaats als in stap
1. Het verschil tussen de afstanden die zijn gemeten
bij stap
1
en stap
Als dit verschil meer bedraagt dan 3 mm, is het mes
krom en moet het worden vervangen. Zie Maaimessen
verwijderen en Maaimessen monteren.
WAARSCHUWING
Een krom of beschadigd mes kan breken en u
of omstanders ernstig letsel toebrengen.
• Vervang altijd een krom of beschadigd mes
door een nieuw mes.
• Vijl of maak nooit scherpe inkepingen in
de snijranden of het oppervlak van het mes.
42
Figuur 53
Figuur 54
(Figuur
2
mag niet meer dan 3 mm zijn.
54).