met turbocompressor problemen gaan
ondervinden.
2.
Draai het sleuteltje op U
contact.
Toerental van de
messenkooien instellen
Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en
van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien
een gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat
de toerentalregeling van de messenkooien juist is
afgesteld. U stelt het toerental van de messenkooien
als volgt in:
1.
In het InfoCenter (menu instellingen) kiest
u het aantal messen, de maaisnelheid
en de maaihoogte zodat het juiste
messenkooitoerental wordt berekend.
2.
Als verdere afstelling nodig is, kunt u in het
menu instellingen naar beneden scrollen tot u V
messenkooi tpm, A messenkooi tpm of beide
ziet.
3.
Druk op de rechterknop om het toerental te
veranderen. Als de toerentalinstelling wordt
gewijzigd, zal het display het toerental berekend
op basis van de instellingen van het aantal
messen, de maaisnelheid en de maaihoogte
blijven weergeven; u zult echter ook de nieuwe
waarde zien.
Opmerking:
U kunt het toerental van de
messenkooien verhogen of verlagen om
veranderingen in de gazonomstandigheden te
compenseren.
Tegendruk van de hefarm
afstellen
U kunt de tegendruk op de hefarmen van het
achtermaaidek afstellen om de machine aan te
passen voor verschillende gazonomstandigheden en
ervoor te zorgen dat de maaihoogte constant blijft in
zware omstandigheden of op terrein waar een viltlaag
is ontstaan.
U kunt elke tegendrukveer instellen op 4 verschillende
standen. Elke stand verhoogt of verlaagt de tegendruk
op het maaidek met 2,3 kg ten opzichte van de vorige
stand. De veren kunnen op de achterkant van de
eerste actuator van de veer worden geplaatst om alle
tegendruk op te heffen (vierde stand).
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
en haal het uit het
IT
2.
Breng een buis of vergelijkbaar voorwerp aan
over het lange veeruiteinde en draai ze rond
de actuator van de veer tot de gewenste stand
(Figuur
31).
VOORZICHTIG
De veren staan onder spanning en
kunnen persoonlijk letsel veroorzaken.
Wees voorzichtig bij het instellen van de
veren.
1. Veer
3.
Herhaal deze procedure bij de andere veer.
De draaistand van de
hefarm instellen
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
De schakelaar van de hefarm bevindt zich onder
de hydraulische tank achter de hefarm rechts
voor
(Figuur
32).
3.
Draai de bevestigingsschroeven van de
schakelaar los en zet de schakelaar lager om de
draaihoogte van de hefarm te verhogen of hoger
om de draaihoogte te verlagen
30
Figuur 31
2. Actuator van veer
(Figuur
g019276
32).