Tractiepedaal
Het tractiepedaal
(Figuur
vooruit en achteruit. Om vooruit te rijden, moet u de
bovenkant van het pedaal intrappen en om achteruit
te rijden de onderkant van het pedaal. De rijsnelheid
hangt af van hoever het pedaal wordt ingetrapt. Voor
de maximale onbelaste rijsnelheid trapt u het pedaal
volledig in terwijl de gashendel op S
Om te stoppen, laat u het tractiepedaal opkomen en
weer terugkeren in de middelste stand.
Maaitoerentalbegrenzer
Als de begrenzer voor de maaisnelheid
23) is omhooggeklapt, kunt u de maaisnelheid
regelen en de maaidekken inschakelen. Met elk
afstandsstuk kunt u de maaisnelheid met ongeveer
0,8 km/u wijzigen. Hoe meer afstandsstukken u
plaatst, des te lager zal de maaisnelheid zijn. Om de
machine in de transportstand te zetten, klapt u de
snelheidsbegrenzer terug en kunt u met de maximale
transportsnelheid rijden.
Rempedaal
Trap het rempedaal in
stoppen.
Parkeerrem
Om de parkeerrem in werking te stellen,
moet u het rempedaal intrappen en de bovenkant
naar voren drukken om het te vergrendelen. Om de
parkeerrem uit te schakelen, trapt u het rempedaal
in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt
ingetrokken.
23) regelt de beweging
staat.
NEL
(Figuur
(Figuur
23) om de machine te
(Figuur
1. Tractiepedaal
2. Maaitoerentalbegrenzer
3. Afstandsstukken
Pedaal voor stuurverstelling
Om het stuur in uw richting te kantelen, moet u het
pedaal
(Figuur
trekken in een stand die voor u het meest comfortabel
is en daarna uw voet van het pedaal halen.
23)
Gashendel
Zet de gashendel naar voren
motortoerental te verhogen en naar achteren om het
toerental te verlagen.
1. Maai-/hefhendel
2. Contactschakelaar
3. InfoCenter
20
Figuur 23
4. Rempedaal
5. Parkeerrem
6. Pedaal voor
stuurverstelling
23) intrappen, de stuurkolom naar u toe
(Figuur
Figuur 24
4. Activerings-
/blokkeringsschakelaar
5. Gashendel
6. Schakelaar van
koplampen
g003955
24) om het
g025902