Polarisatie
Inbouwpositie
VEGAPULS 66 • Modbus- en Levelmaster-protocol
4.2
Montage-instructies
De uitgezonden radarimpulsen van de radarsensor zijn elektromag-
netische golven. De polarisatie is de richting van het elektrische
aandeel. Door draaien van het instrument in de verbindingsflens of
inschroefsok kan de polarisatie worden gebruik, om de effecten van
stoorecho's te reduceren.
De positie van de polarisatie is door een markering op de procesaan-
sluiting van het instrument aangegeven.
Fig. 3: Positie van de polarisatie
1
Markering bij uitvoering met hoornantenne
2
Markering bij uitvoering zonder hoornantenne
Monteer de VEGAPULS 66 op een positie, die minimaal op 500 mm
afstand van de tankwand ligt. Wanneer de sensor in tanks met bol of
rond dak wordt gemonteerd, kunnen veelvoudige echo's ontstaan,
die door een inregeling moeten worden onderdrukt (zie hoofdstuk
"Inbedrijfname").
Wanneer u deze afstand niet kunt aanhouden, moet u bij de inbe-
drijfname een stoorsignaalonderdrukking uitvoeren. Dit geldt vooral,
wanneer aanhechtingen op de tankwand te verwachten zijn. In dit
geval verdient het aanbeveling, de stoorsignaalonderdrukking op een
later tijdstip wanneer de aanhechting aanwezig is, te herhalen.
> 500 mm
(19.69")
Fig. 4: Montage op ronde tankdaken
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, de
sensor in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan
tot op de bodem mogelijk is.
1
4 Monteren
2
13