4 Monteren
Meting in bypass
20
•
Een stoorsignaalonderdrukking bij ingebouwde sensor verdient
aanbeveling, is echter niet dwingend noodzakelijk.
•
De meting door een kogelkraan met volledige doorlaat is mogelijk
Constructieve eisen
•
Materiaal metaal, pijp intern glad
•
Bij voorkeur getrokken of langsnaadgelaste RVS-pijp.
•
Lasnaad moet zo vlak mogelijk zijn en in één lijn liggen met de
gaten.
•
Flenzen zijn overeenkomstig de uitlijning van de polarisatie op de
pijp gelast.
•
Bij gebruik van een kogelkraan, overgangen een de binnenzijde
uitlijnen en nauwkeurig fixeren
•
Spleetgrootte bij overgangen ≤ 0,1 mm
•
Dippijpen moeten tot de gewenste minimale vulhoogte reiken,
omdat een meting alleen in de pijp mogelijk is
•
Diameter gaten ≤ 5 mm, aantal willekeurig, eenzijdig of doorgaand
•
De antennediameter van de sensor moet zo mogelijk overeenko-
men met de binnendiameter van de pijp.
•
Diameter moet constant zijn over de gehele lengte
Instructies voor verlenging dippijp:
•
Pijpuiteinden bij verlengingen moeten zijn afgeschuind en exact in
lijn op elkaar worden geplaatst
•
Lasverbinding conform de afbeelding via buitenliggende U-profie-
len. Lengte van de U-profielen minimaal de dubbele pijpdiameter
•
Niet door de pijpwand lassen. De dippijp moet van binnen glad
blijven. Bij onbedoeld doorlassen moeten oneffenheden die aan
de binnenkant zijn ontstaan worden verwijderd, omdat deze sterke
echo's veroorzaken en aanhechting bevorderen.
•
Een verlenging via voorlasflenzen of pijpmoffen is meettechnisch
niet geschikt.
Een alternatief voor de meting in de dippijp is de meting in een by-
pass buiten de tank.
VEGAPULS 66 • Modbus- en Levelmaster-protocol