Veiligheidsinstructies
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelwartels
VEGAPULS 66 • Modbus- en Levelmaster-protocol
5 Op de voedingsspanning en het bussysteem aansluiten
5
Op de voedingsspanning en het
bussysteem aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
•
Elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
Het instrument heeft een voedingsspanning nodig van 8 ... 30 V DC.
De voedingsspanning en het digitale bussignaal worden via geschei-
den tweeaderige aansluitkabels aangesloten.
Het instrument word met standaard 2-aderige, getwiste kabel
geschikt voor RS 485 aangesloten. Indien elektromagnetische
instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN
61326 voor industriele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel
worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik bij instrumenten met behuizing en kabelwartel kabels met
ronde diameter. Gebruik een bij de kabeldiameter passende kabel-
wartel om de afdichtende werking van de kabelwartel (IP-bescher-
mingsklasse) te waarborgen.
Let erop, dat de gehele installatie conform de Fieldbus-specificatie
wordt uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige
afsluitweerstanden is belangrijk.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
23