Opmerkingen over de verbinding
tussen camerakop en
camerabedieningseenheid
• Zet alle apparatuur uit voordat u
verbindingen gaat maken. Zet de camera
altijd uit voordat u de camerakabel
aansluit of losmaakt. Het aansluiten of
losmaken van kabels terwijl de camera
aanstaat, kan de camera beschadigen.
• Verbindt altijd de camerakop en de
camerabedieningseenheid met de
camerakabel wanneer u de camera aan- of
uitzet.
• Zorg voor correcte aansluitingen met de
mannelijke en vrouwelijke aansluitingen
op de camerakabel. Onjuiste aansluitingen
kunnen tot schade aan de camera leiden.
• Steek de stekers van de kabels goed in.
Losse aansluitingen produceren vaak ruis.
Wanneer u een kabel lostrekt, trek dan aan
de steker en nooit aan de kabel zelf.
• De camerabedieningseenheid is bedoeld
voor gebruik met deze camerakop.
Gebruik ze samen voor optimale
beeldkwaliteit.
Het netsnoer aansluiten
Sluit het meegeleverde netsnoer aan op de
- AC IN-aansluiting op de
camerabedieningseenheid.
35
Aansluitingen