TARGET COLOR
Selecteer dit wanneer u DETAIL of
LINEAR MATRIX aanpast voor een
specifieke kleur.
Dit onderdeel wordt alleen weergegeven
wanneer u DETAIL of LINEAR MATRIX
instelt op TARGET.
ALL
Past DETAIL of LINEAR MATRIX aan
voor het hele beeld. Dit is de normale
instelling.
IN
Past DETAIL of LINEAR MATRIX aan
voor een specifieke kleur.
RANGE
Past het gebied fijn aan tussen –10 en +10.
Een kleur opgeven
1 Druk op de knop ENTER.
2 Verplaats het draadkruis (
midden van het scherm naar de gewenste
kleur met de knoppen B, b, V en v zodat
het draadkruis boven de gewenste kleur
staat.
U kunt de kleur aanpassen die wordt
aangegeven door het draadkruis (
3 Druk op de knop ENTER.
Het scherm keert terug naar
menuweergave. Wilt u stoppen met
instellen voordat de procedure is voltooid,
druk dan op de knop MENU.
OUT
Past DETAIL of LINEAR MATRIX aan
voor kleuren, anders dan een specifieke
kleur.
RANGE
Past het gebied fijn aan tussen –10 en +10.
Wanneer u OUT selecteert, stelt u de kleur in
op de manier beschreven onder "Een kleur
opgeven", en kunt dan DETAIL of LINEAR
MATRIX aanpassen voor alle kleuren die
niet worden aangegeven door het draadkruis
(
).
Menu GENERAL
Het menu GENERAL wordt gebruikt om
algemene onderdelen in te stellen.
CCD MODE
Selecteert de CCD-uitleesmodus.
FIELD
Accumuleert lading in veldeenheden.
Gebruik dit om een bewegend object op te
) in het
nemen.
FRAME
Accumuleert lading in frameeenheden.
Biedt het beeld met de hoogst mogelijke
).
verticale resolutie. Gebruik dit om een
stilstaand object op te nemen.
SHADING COMP.
(schaduwcompensatie)
Verwijdert de groene of magenta kleuring
die kan boven of onder in beeld verschijnen
wanneer de camera wordt gebruikt samen
met een optisch instrument.
OFF
Kleurverwijdering is uitgeschakeld.
<GENERAL>
>CCD MODE
FIELD
SHADING COMP.
FS/TRIG IN
NEGA
FLICKER CANCELLER
Select
Back
MENU
Menu GENERAL
[A]
OFF
OFF
OFF
OFF
25