Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Beeldtoon Aanpassen In Een Multi-Camerasysteem - Sony DXC-C33P Gebruiksaanwijzing

Exwave had
Inhoudsopgave

Advertenties

Fouten bij witbalansaanpassing
Als de automatisch witbalansaanpassing niet
lukt, verschijnt een foutmelding op het
scherm. Als dit gebeurt, neemt u de
noodzakelijke maatregelen en voert u de
stappen 1 t/m 8 opnieuw.
Voor meer gegevens, zie "Lijst van
meldingen" op pagina 47.
WHITE:
XXXXX
Foutmelding
De beeldtoon aanpassen in
een multi-camerasysteem
Wanneer u een multi-camerasysteem
configureert, past u alle camera's aan om
verschillen in beeldtoon tussen de camera's
te voorkomen.
Voordat u bovenstaande aanpassingen
uitvoert, voert u hetzelfde
synchronisatiesignaal uit naar alle camera's.
Voor aansluitingen, zie "Twee of meer
camera's aansluiten - multi-camerasysteem"
op pagina 40.
De camera's aansluiten op
videoapparatuur met fase-
indicatiefunctie
Wanneer u aansluit op een speciale-
effectengenerator, een chromakey-apparaat
of andere videoapparatuur met fase-
indicatiefunctie, volgt u de volgende
basisaanpassingsprocedure:
1
Zet de fase-indicatiefunctie van de
aangesloten videoapparatuur aan.
32
Opnamen maken
NG
2
Selecteer H. PHASE onder EXT
SYNC in het menu SYSTEM en pas
de horizontale fase aan.
Voor meer gegevens, zie "Menu
SYSTEM" op pagina 27.
3
Selecteer SC. PHASE onder EXT
SYNC in het menu SYSTEM en pas
de subdragerfase aan.
Pas de subdragerfase eerst grof aan door
SC. PHASE ROUGH in te stellen tussen
0° en 180°, en daarna fijn met SC.
PHASE FINE.
Voor meer details raadpleegt u de
handleiding bij de aangesloten
videoapparatuur met fase-
indicatiefunctie.
De camera's aansluiten op
videoapparatuur zonder fase-
indicatiefunctie
Gebruik één van de camera's als
referentiecamera en pas de andere camera's
een voor een aan aan de referentiecamera.
1
Pas de horizontale fase aan. Selecteer
H. PHASE onder EXT SYNC in het
menu SYSTEM en pas dit zo aan dat
het referentievideosignaal en het
uitvoersignaal dezelfde horizontale
fase hebben. Gebruik een
golfvormmonitor of een oscilloscoop
om de fase te controleren.
2
Pas de subdragerfase aan. Selecteer
SC. PHASE onder EXT SYNC in het
menu SYSTEM.
Pas de subdragerfase eerst grof aan door
SC. PHASE ROUGH in te stellen tussen
0° en 180°, en daarna fijn met SC.
PHASE FINE zodat het
referentievideosignaal en het
uitvoervideosignaal dezelfde
subdragerfase hebben. Gebruik een
vectorscoop of de wipe-functie van een
speciale-effectengenerator om de
beelden van zowel de referentiecamera
als de aan te passen camera tegelijkertijd
op het scherm weer te geven.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave