Installatie en verbindingen
B
Installatie
Te gebruiken lenzen
Lenzen met C-koppeling met de volgende
lensbevestigingsoppervlak kunnen op de
camerakop worden bevestigd.
Lensbevestigingsoppervlak
4,3 mm of
minder
Opmerking
Gebruik altijd lenzen die minder dan 4,3 mm
buiten het lensbevestigingsoppervlak
uitsteken. Wanneer u een lens bevestigt met
een uitstekend gedeelte van groter dan 4,3
mm, kan dit het interne mechanisme van de
camera beschadigen.
De lens bevestigen
1
Verwijder de lensbevestigingskap van
de camerakop.
2
Lijn het schroefdraadgedeelte van de
lensbevestiging uit met dat van de
camerabevestiging.
3
Draai de lens langzaam naar links en
zet de lens stevig vast op de
camerakop.
Een microscoopadapter
bevestigen
Wilt u de camera bevestigen op een
microscoop of chirurgische microscoop, dan
dient u een geschikte adapter te bevestigen.
De bevestigingsprocedure is dezelfde als die
van lenzen.
Voor details raadpleegt u de handleiding
van de te gebruiken adapter.
Op een statief plaatsen
Bevestig de meegeleverde statiefadapter op
de camerakop en plaats de adapter
vervolgens op een statief met de volgende
bevestigingsschroef:
U1/4", 20 UNC
(ISO-standaard)
= 4,5 – 5,5 mm
33
Installatie