5. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk.
Draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen
pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Draai het filter vervolgens nog eens 1/2 slag.
Belangrijk: Draai het filter niet te vast.
6. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren in Gebruiksaanwijzing, blz. 28.
De gashendel afstellen
1. Zet de gashendel naar voren tegen de sleuf van
de stoelbasis.
2. Maak de klem van de gaskabel op de
hefboomarm van de injectiepomp los.
3. Houd de hefboomarm van de injectiepomp
(Figuur 54) tegen de regelschroef voor het
hoog stationair toerental en zet de kabelklem
vast.
Opmerking: Als de kabelklem is vastgezet,
moet deze onbelemmerd kunnen ronddraaien.
Figuur 54
1. Hefboomarm van injectiepomp
4. Draai de borgmoer waarmee de frictieregelaar
op de gashendel wordt vastgezet, vast met een
torsie van 4.5 tot 6 Nm. De kracht die nodig is
om de gashendel te bedienen, mag maximaal
89 N zijn.
Onderhoud
brandstofsysteem
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst
ontvlambaar en explosief. Brand of explosie
van brandstof kan brandwonden of materiële
schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een
afgezette of koude motor bijvullen.
Eventueel gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol.
Vul de brandstoftank tot maximaal 6 mm
tot 13 mm vanaf de onderkant van de
vulbuis. Dit geeft de brandstof in de tank
ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof
bezig bent en houd de brandstof weg van
open vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg ervoor
dat de dop op zijn plaats blijft.
Benzine aftappen uit de
brandstoftank
De brandstoftank moet om de 2 jaar worden
afgetapt en gereinigd. Ook moet de tank worden
afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem
vervuild raakt of wanneer de machine voor
langere tijd gestald gaat worden. Gebruik schone
brandstof om de tank uit te spoelen.
Brandstoeidingen en
aansluitingen controleren
Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen
om de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de
kortste periode moet worden aangehouden.
Inspecteer op slijtage, beschadigingen of
loszittende verbindingen.
48