Algemeen
overzicht van de
machine
Figuur 15
1. Bestuurderspositie
2. Rolbeugel, naast gebruik
van veiligheidsgordel
3. Frontmaaidekken
Bedieningsorganen
Stoelverstelling
Met de stoelverstelhendel (Figuur 16) kunt u de
stoel ongeveer 10 cm naar voren en naar achteren
schuiven. Met de instelhendel voor het gewicht
(Figuur 16) kan de stoel worden aangepast aan het
gewicht van de bestuurder. Om de stoel naar voren
en naar achteren te schuiven, moet u de hendel
op de zijkant van de stoel naar buiten trekken.
Schuif de stoel in de gewenste positie en laat
daarna de hendel los om de stoel in deze positie te
vergrendelen. Om de stoel aan te passen aan het
gewicht van de bestuurder, draait u de veerbelaste
knop naar rechts om de spanning te vergroten of
naar links om de spanning te verminderen.
4. Achtermaaidekken
5. Luchtlter
6. Motorkap
Figuur 16
1. Instelhendel bestuurders-
stoel
Tractiepedaal
Het tractiepedaal (Figuur 17) regelt de beweging
vooruit en achteruit. Om vooruit te rijden, moet
u de bovenkant van het pedaal intrappen en om
achteruit te rijden de onderkant van het pedaal. De
rijsnelheid hangt af van hoever het pedaal wordt
ingetrapt. Voor de maximale rijsnelheid zonder
belasting trapt u het pedaal volledig in terwijl de
gashendel op Snel staat.
Om te stoppen, laat u het tractiepedaal opkomen
en weer terugkeren in de middelste stand.
Figuur 17
1. Tractiepedaal
Rijsnelheidsbegrenzer
Door deze hendel (Figuur 18) in te stellen, kunt
u de afstand begrenzen die het tractiepedaal kan
worden ingetrapt om voorwaarts bij een constante
snelheid te blijven maaien.
24
2. Instelknop bestuurders-
stoel