Horizontale maaidekhoogte
controleren
1.
Breng de achterbanden op de juiste spanning.
2.
Controleer of de bladen niet zijn verbogen; zie
Controle op kromme messen (bladz.
3.
Zet de maaimessen horizontaal.
4.
Meet bij de punten B en C. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand
van het maaimes
Figuur 87
1. Meet vanaf een
horizontaal oppervlak
5.
Het verschil tussen de meting van punt B en
punt C mag niet meer dan 6 mm bedragen.
Opmerking:
Als dit niet het geval is, raadpleeg
dan
Het maaidek zijdelings horizontaal stellen
(bladz.
55).
53).
(Figuur
87).
2. Meet bij de punten B en C.
Het maaidek zijdelings horizontaal
stellen
1.
Draai de zijmoer en de contramoer los in de
gaffels die u wilt afstellen
1. Bovenste bout
2. Contramoer
3. Gaffel
g006888
2.
Draai aan de bovenste bout van de gaffels om
de hoogte van het maaidek af te stellen
88).
Opmerking:
het maaidek hoger in te stellen; draai de bout
linksom om het te verlagen.
3.
Draai de contramoeren en de zijbouten vast.
4.
Controleer de zijdelingse hoogte; zie
maaidekhoogte controleren (bladz.
Schuinstand van het maaidek
controleren.
1.
Pomp de achterbanden op de voorgeschreven
spanning.
2.
Zet 1 maaimes in de schuinstand. Meet bij de
punten A en B. Meet de afstand tussen een
horizontaal oppervlak en de snijranden van de
maaimessen
Opmerking:
voorkant bij A 6 mm lager staan dan aan de
achterkant bij B.
3.
Draai de messen en herhaal de procedure met
de andere messen.
55
(Figuur
88).
Figuur 88
4. Zijmoer
5. Stel deze gaffels af om
de rechterkant van het
maaidek af te stellen.
6. Stel deze gaffels af om de
linkerkant van het maaidek
af te stellen.
Draai de bouten rechtsom om
55).
(Figuur
89).
Het maaimes moet aan de
g031415
(Figuur
Horizontale