Onderhoud van de
zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Er is geen onderhoud nodig. Als er een
zekering is doorgebrand, moet u het onderdeel of
circuit controleren op defecten of kortsluiting.
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak het stootkussen voor de bestuurder los
van de achterzijde van de machine.
4.
Verwijder de brandstoftank als u toegang
nodig heeft tot de zekering van de lader; zie
Brandstoftank verwijderen (bladz.
5.
Trek de zekering eruit en vervang deze
56).
Figuur 56
1. Zekering van
contactschakelaar (15 A)
2. Aansluitpunt accessoire
(15 A)
3. Zekering aftakas (10 A)
6.
Monteer de brandstoftank indien deze verwijderd
is; zie
Brandstoftank verwijderen (bladz.
7.
Plaats het stootkussen voor de bestuurder.
38).
(Figuur
g301335
4. Urenteller (7,5 A)
5. Zekering lader (30 A)
38).
Onderhoud
aandrijfsysteem
De sporing afstellen
Als u de beide rijhendels even ver naar voren duwt en
de machine trekt naar 1 kant, dan moet u de sporing
als volgt afstellen.
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak het kussen los van de achterzijde van de
machine; zie
Het kussen losmaken om toegang
te krijgen tot de achterzijde (bladz.
Opmerking:
de brandstoftank verwijderen; zie
verwijderen (bladz.
4.
Draai de linker regelstang telkens een kwart
draai tot de machine recht spoort
Opmerking:
kort dan de regelstang in door deze naar rechts
te draaien. Als de machine naar links trekt,
maak de regelstang dan langer door deze naar
links te draaien.
Opmerking:
regelstang om de snelheid van het linkerwiel te
laten overeenkomen met de snelheid van het
rechterwiel. Stel de snelheid van het rechterwiel
niet in, omdat hierdoor de rechter rijhendel
niet meer in het midden van de sleuf voor de
neutraalstand in het bedieningspaneel staat.
Belangrijk:
ver, omdat de machine hierdoor kan gaan
kruipen in de neutraalstand.
41
28).
Om er beter bij te kunnen, kunt u
Brandstoftank
38).
(Figuur
Als de machine naar rechts trekt,
Draai alleen aan de linker
Draai de regelstang niet te
57).