De grasgeleider gebruiken
GEVAAR
Zonder aangebrachte grasgeleider, uitworpafsluiter
of complete grasvanger kunnen u of anderen in
aanraking komen met het maaimes of uitgeworpen
voorwerpen. Contact met het draaiende maaimes
en uitgeworpen voorwerpen kan lichamelijk of
dodelijk letsel veroorzaken.
• Monteer altijd de grasgeleiders als u het
grasvangsysteem verwijdert en als u overschakelt
op zijafvoer.
• Een beschadigde grasgeleider moet direct
worden vervangen. De grasgeleider voert
maaisel af naar het gazon.
• Steek nooit handen of voeten onder de machine.
• Probeer nooit de uitwerpzone of de maaimessen
te reinigen zonder eerst de aftakas naar de U
-stand te zetten, het contactsleuteltje naar U
draaien en het sleuteltje te verwijderen.
De machine transporteren
Laat geen gras of vuil in de grasvanger achter terwijl u de
machine vervoert.
GEVAAR
Vervoeren van de machine met gras of vuil in de
grasvanger kan schade aan de machine veroorzaken.
Laat geen gras of vuil in de grasvanger achter terwijl
u de machine vervoert.
Tips voor bediening en gebruik
Afmetingen van de machine
Denk eraan dat de machine langer en breder is als dit
werktuig is gemonteerd. Als u een te scherpe bocht maakt
in een besloten ruimte, kunt u de grasvanger of andere
eigendommen beschadigen.
Trimmen
U moet altijd trimmen met de linkerkant van het maaidek.
Niet trimmen met de rechterkant van het maaidek, hiermee
kunt u de buizen van de grasvanger beschadigen.
Maaihoogte
Voor optimale prestaties van de grasvanger stelt u de
maaihoogte van het maaidek in op 51 tot 76 mm of 1/3 van
de grashoogte (welke van de twee het kleinst is). Als u
meer afsnijdt dan dit, heeft dit een negatieve invloed op de
capaciteit van het vacuümsysteem.
Maaifrequentie
U moet het gras veelvuldig maaien, vooral als het snel groeit.
U moet het gras twee keer maaien als het te lang wordt (zie
Lang gras opvangen (bladz.
Maaitechniek
Om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven, moet u
het gras maaien in banen die elkaar enigszins overlappen. Dit
vermindert de belasting van de motor en beperkt het risico
dat de blazer en de buizen verstopt raken.
Vangsnelheid
Het opvangsysteem kan verstopt raken als u te snel rijdt
en het motortoerental te laag is. Op heuvelachtig terrein
kan het noodzakelijk zijn de rijsnelheid van de machine te
verminderen. Maai heuvelafwaarts als dit mogelijk is.
VOORZICHTIG
IT
te
IT
Als de grasvanger vol raakt, komt er extra gewicht
op de achterkant van de machine. Als u abrupt
stopt en start op een helling, bestaat de kans dat u
de macht over het stuur verliest of dat de machine
omkantelt.
• U mag daarom nooit plotseling starten of
stoppen bij het op- en afrijden van een helling.
Start de machine nooit hellingopwaarts.
• Als u de machine stopt terwijl u hellingopwaarts
rijdt, moet u de aftakas uitschakelen. Rij dan
langzaam hellingafwaarts.
• U mag nooit schakelen of stoppen op een
helling.
Lang gras opvangen
Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten groeien of
als het een hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte
hoger dan normaal instellen en het gras op deze hoogte
maaien en opvangen. Daarna kunt u het gras op de lagere,
normale hoogte maaien en opvangen.
Extreem lang gras is zwaar en wordt mogelijk niet volledig
de grasvanger in geblazen. Als dit gebeurt, kunnen de
buis en de blazer verstopt raken. Om verstopping van het
opvangsysteem te voorkomen, moet u het gras met een hoge
maaistand maaien; vervolgens zet u het maaidek lager in de
normale maaistand en kunt u het grasvangen herhalen.
Nat gras opvangen
Probeer indien mogelijk het gras altijd te maaien als het droog
is. Nat gras kan verstoppingen veroorzaken.
21
21)).