8
Afvoerbuizen monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Bovenste buis
1
Onderste buis
3
Bout (nr. 10 x 3/4 inch)
3
Borgmoer (nr. 10)
3
Ring (7/32 inch)
Procedure
Belangrijk: Zorg ervoor dat het maaidek in de laagste
maaihoogtestand staat wanneer u de afvoerbuizen
monteert.
Opmerking: Denk eraan om de grasgeleider opnieuw te
monteren als u de grasvanger van de machine neemt. Zie
Grasgeleider monteren (bladz.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Breng het maaidek omlaag naar de laagste maaistand.
4. Verwijder de grasvangerken uit de kapconstructie.
5. Steek de bovenste buis in de opening van de grasvanger
en trek deze terug zodat de rubberen afdichting naar
buiten steekt
(Figuur
Figuur 25
1. Bovenste buis
2. Opening van grasvanger
6. Meet de afstand van de buis in de kap terwijl de kap
omlaag is en de rechtergrasvanger is verwijderd.
25).
25).
3. Kap van grasvanger
Opmerking: Meet vanaf de plaat van de kap tot de
rand van de buis zoals wordt getoond in
Deze afstand moet 19 mm bedragen.
1. Plaat van de kap
2. Bovenste buis
3. Kap omlaag met de rechter
grasvanger verwijderd
7. Als u 19 mm meet, breng dan een markering aan op de
bovenste buis aan de buitenkant, op het punt waar de
rubberen afdichting naar buiten steekt
Opmerking: Dit moet worden gemarkeerd om de
juiste plaats aan te geven voor de bovenste buis op
het moment dat de openingen worden geboord en de
bovenste en onderste buis worden verbonden. De
rubberen afdichting moet uit de kap van de grasvanger
steken.
13
Figuur
Figuur 26
4. 19 mm
5. Rand van de buis
(Figuur
26.
27).