Controlelampjes
Als één van deze indicatoren niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer
controleren op problemen.
Oliedrukcontrolelampje
Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On)
wordt gezet. Gaat uit na het starten van de motor.
Als dit gaat branden terwijl de motor draait:
34
Controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Gaat kort branden als de contactschakelaar in de
stand (On) wordt gezet.
Als deze gaat branden tijdens het rijden:
PGM-FI-storingslampje (elektronisch
geregelde brandstofinspuiting) (MIL)
Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand
(On) wordt gezet.
Type ED, GS, KO
Als het gaat branden of knippert terwijl de motor
draait:
(BLZ.91)
Type FO, IN, TH, V, PH, MA, U
Als dit gaat branden terwijl de motor draait:
(BLZ.90)
(BLZ.89)
(BLZ.91)