Object zonder verticale lijnen
U kunt de opname ook kadreren door de camera
*1
verticaal te houden om scherp te stellen, waarna u
terugkeert naar de horizontale positie om de foto te
nemen.
Objecten op verschillende afstand
Snel bewegend onderwerp
Het onderwerp staat niet in het
midden van het beeld
*1
Cameratrilling
"Foto's nemen zonder cameratrilling"
●
Foto's maken in de stand N (Blz. 26)
Selecteer C (SPORT) in de stand s (Blz. 26)
●
De stand C (SPORT) werkt met een korte
sluitertijd en kan de cameraonscherpte van een
bewegend onderwerp verminderen.
●
Foto's maken met hoge ISO-gevoeligheid
Als u een hoge ISO-gevoeligheid selecteert, kunt
u foto's nemen met een hoge sluitertijd, zelfs op
plaatsen waar u geen flitser mag gebruiken.
"De ISO-gevoeligheid selecteren" (Blz. 32)
Belichting (helderheid)
"Beelden maken met de juiste helderheid"
●
Beelden nemen met [FILL IN] (Blz. 30) flitser
Een onderwerp dat zich in tegenlicht bevindt, wordt
opgehelderd.
●
Foto's maken met belichtingscorrectie (Blz. 31)
Regel de helderheid bij terwijl u het scherm bekijkt
om de foto te maken. Als u foto's maakt van witte
onderwerpen (bijv. sneeuw), zijn de beelden
meestal donkerder dan het eigenlijke onderwerp.
Gebruik de belichtingscorrectie om in de positieve
(+) richting bij te regelen, zodat de witte tinten
overeenkomen met de realiteit. Als u daarentegen
foto's neemt van zwarte onderwerpen, regelt u bij
in de negatieve (-) richting.
NL