Stoppen met printen
Als een geselecteerd beeld wordt weergegeven op de
monitor, koppelt u de USB-kabel los van de camera en
de printer.
De printerinstellingen wijzigen
[CUSTOM PRINT]
1
Voer stap 1 en 2 uit bij [EASY PRINT] (Blz. 47).
2
Druk op de knop H om het printen te starten.
3
Gebruik FG om de printfunctie te
selecteren, en druk op de knop H.
NL
EXIT
PRINT
OK
PRINT MODE SELECT
PRINT
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
PRINT ORDER
EXIT
SET
MENU
OK
Submenu 2
Hiermee wordt het beeld geprint dat
PRINT
in stap 6 werd gekozen.
Hiermee worden alle beelden geprint
ALL PRINT
die opgeslagen zijn in het interne
geheugen of op het kaartje.
Hiermee wordt één beeld in
MULTI PRINT
meervoudige bladindeling geprint.
Hiermee wordt een index geprint
van alle beelden die opgeslagen
ALL INDEX
zijn in het interne geheugen of op
het kaartje.
Hiermee worden beelden geprint op
PRINT ORDER
basis van de printreserveringen op
*1
het kaartje.
[PRINT ORDER] is enkel beschikbaar als
*1
printreserveringen werden uitgevoerd.
"Printreserveringen (DPOF)" (Blz. 51)
4
Gebruik FG om [SIZE] (submenu 3) te
selecteren en druk op I.
Als het scherm [PRINTPAPER] niet wordt
weergegeven, dan zijn de opties [SIZE],
[BORDERLESS] en [PICS / SHEET] ingesteld
op de standaardinstellingen van de printer.
Toepassing
PRINTPAPER
SIZE
BORDERLESS
STANDARD
STANDARD
STANDARD
BACK
MENU
SET
OK