Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Op Functioneren; Uit Bedrijf Nemen - Wigersma & Sikkema RS300S Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
5.

Controle op functioneren

Regelaar in bedrijf, uitlaatafsluiter dicht. Open de inregelkraan ongeveer 1/8 slag zodat de regelaar weinig levert.
De druk behoort nu stabiel geregeld te worden of variëert binnen de regelklasse. Voorwaarde kan zijn dat de adem
opening gedempt moet worden d.m.v. een sleutel (zie voorgaande hoofdstuk).
Indien de uitlaatdruk geregeld wordt volgens curve 2, zie voorgaand figuur, dan is de regelaar in goede conditie en
zal voldoen aan de regelklasse. Vervolgens dient de stuurdrukregelaar nagesteld te worden zoals beschreven in
het voorgaande hoofdstuk.
Indien de uitlaatdruk een zaagtandvormig verloop vertoont met een amplitude groter dan 4x de regelklasse (zie
onderstaand figuur), dan is de conditie niet optimaal en behoeft de regelaar onderhoud (zie hoofdstuk 7).
De oorzaak hiervan is meestal valse afstroming van de stuurdruk als gevolg van een lekkage in de aansluitleiding
Pm. Soms is de oorzaak verhoogde wrijving van de lagering in de regelaar of stuurdrukregelaar. Echter een
stations configuratie welke anders is dan voorgeschreven, alsmede obstakels en scherpe bochten in de
uitvoerzijde van de regelaar, kunnen ook tot gasdrukreflecties (schokgolven) en een onrustig regelgedrag leiden.
Ook kan de regelaar een onrustig regelgedrag vertonen wanneer de afname veranderd wordt door de regelkraan
te bedienen. Door de ademopening van de stuurdrukregelaar af te dekken zou de regelaar weer rustig kunnen
worden. Het onrustige regelgedrag verdwijnt als de afsluiter van de regelstraat geopend wordt en de regelaar aan
het net gaat leveren.
Controle van de sluitdruk
Open de inregelkraan en meet de uitlaatdruk. Sluit de inregelkraan langzaam, de druk loopt nu langzaam op. Open
de inregelkraan kort zodat de uitlaatdruk daalt tot een waarde die ongeveer 3% hoger ligt dan de zojuist gemeten
uitlaatdruk. Nu ontstaat de statische sluitdruk zonder de invloed van regelacties van de regelaar.
Pd > 50 mbar
SG 5%
Pd < 50 mbar
SG 10%
6.

Uit bedrijf nemen

Om de gasdrukregelaar uit gebruik te nemen dienen de volgende stappen doorlopen te worden:
Sluit de inlaatafsluiter,
Sluit de uitlaatafsluiter,
Maak de gasdrukregelaar drukloos door de inregelkraan langzaam te openen.
Let op: eerst het uitlaatgedeelte drukloos maken en pas daarna het inlaatgedeelte drukloos maken. Dit om krom
drukken van de membraanschotel te voorkomen.
Uitlaatdruk Pd
0
1
DDD3101GHNL/11-2019/rev.13
Tijd (regel-acties)
2
3
4
RS300S
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave